Het joiken van een landschap

Ánde Somby

Joik is een traditionele Samische zangvorm, waarvan wij geloven dat het een van de oudste muziekvormen van Europa is. Ooit was het een belangrijk onderdeel van onze voormalige religieuze oefeningen en mogelijk is dit de reden waarom de christenen het taboe hebben verklaard. Zelfs vandaag de dag is joik in bepaalde gebieden verboden.
Op verschillende manieren is joik anders dan de westerse opvatting van zingen. Het is bijvoorbeeld niet zo dat men over iemand of iets joikt, maar men joikt eenvoudigweg iemand of iets. Men zou kunnen zeggen dat een joik geen onderwerp heeft. In feite is het zelfs volslagen onmogelijk om joik in termen van subject en object te zien. Men kan de joiker wellicht beschouwen als een integraal onderdeel van de joik, en dit heeft interessante connotaties voor het debat over objectiviteit in onderzoek. Tot op welke hoogte is de onderzoeker een deel van zijn onderzoek, en in hoeverre is het onderzoek deel van de onderzoeker?
Een West-Europees lied wordt gewoonlijk beschouwd als iets dat een begin, een midden en een eind heeft. Een joik daarentegen begint plotseling, en stopt ook weer net zo abrupt. In dit opzicht heeft een joik begin noch eind, en om die reden is hij eerder circulair dan lineair. Zelfs een cirkel is evenwel geen adequate grafische beschrijving van de structuur van de joik, omdat een joik niet de euclidische symmetrie van een cirkel heeft. Er is eenvoudig geen antwoord op de vraag waar een joik begint en waar hij eindigt. Laten we, in dit verband, eens kijken naar 'ontwikkeling'. De algemeen gedeelde veronderstelling is dat ontwikkeling een voorwaartse, lineaire richting heeft, maar wat is ontwikkeling precies als we ons bewegen binnen een a-symmetrische cirkel? Dit stelt de superioriteit van symmetrieën binnen het wetenschappelijke vertoog ter discussie. Er bestaan joiken voor mensen, dieren en het land. In de Samische traditie is het voor een persoon erg belangrijk om een joik te hebben, het is net zo belangrijk als het feit dat je een naam hebt gekregen. Het joiken van een landschap of een dier had waarschijnlijk een gelijke rituele betekenis. Zelfs voor een geoefend oor is het moeilijk om het verschil te horen tussen een joik voor een dier en een joik voor een mens. De reden daarvoor is simpelweg dat mensen, dieren en het land niet zo verschillend zijn in de Samische manier van denken als dat ze zijn in het West-Europese denken. De ethiek, zoals die geldt voor onze medemensen, is voor een belangrijk deel ook van toepassing op de dieren en het land, ofwel op onze mededieren en medeland, zogezegd. Precies zoals men een medemens niet kan bezitten, kan men ook niet een mededier en het medeland bezitten. Joik varieert van plaats tot plaats, net als taal tussen melodische, epische joiks tot imitaties van vogels. Binnen ieder 'joik-dialect' zijn er 'joik-ideolecten' ofwel persoonlijke variaties. Joiken is dus niet een fenomeen van een uniforme samenleving, maar behoort tot de wereld van de diversiteit.
Voor musici is het moeilijk een joik te begrijpen omdat de ene keer verschilt van de andere. Een musicus zou verwachten dat een joiker iedere keer dat hij joikt begint met dezelfde toon. Op grond daarvan zou de musicus denken dat het mogelijk zou moeten zijn een mooi muziekstuk te componeren om een joik te begeleiden. Maar een joiker zou er moeite mee hebben om in het spoor te volgen van de muzikale begeleiding omdat de stemming van de joiker misschien niet meer dezelfde is als hij was toen hij de laatste keer zong, en zijn veranderde stemming zal tot uitdrukking komen in de joik. In dit opzicht heeft een joik geen vast karakter, maar moet hij gezien worden als een proces dat iedere poging tot beschrijving door de gevestigde wetenschappelijke patronen trotseert.

vertaald door Jan van Boeckel
www.jus.uit.no/ansatte/somby