Groenland en het antiraketschild

Niels Hoedeman

De Thule Airbase in Noord-Groenland vormt een belangrijk onderdeel van de Amerikaanse plannen om een antiraketschild te bouwen dat militaire bescherming moet bieden voor aanvallen vanuit zogenaamde 'schurkenstaten'. Hiermee is Groenland opnieuw buiten zijn wil betrokken in politiek spel dat op hoog niveau wordt gevoerd. Een spel dat niet alleen grote gevolgen kan hebben voor de militaire verhoudingen, maar ook voor de politieke ontwikkelingen in Groenland zelf.

Thule
Met het beëindigen van de Koude Oorlog in 1991 nam de militaire betekenis van de Thule Airbase af, en daarmee ook de angst van de Groenlanders betrokken te raken in een conflict tussen Oost en West. Maar de actuele Amerikaanse plannen om een antiraketschild te ontwikkelen, het zogenaamde NMD (National Missile Defence), brengen daar verandering in. Omdat uitbreiding en modernisering van de Thule Airbase een kernonderdeel is van het plan, dreigt Groenland nogmaals in een onaangename militaire en veiligheidspolitieke positie gedwongen te worden.
De Amerikaanse intentie om het Groenlandse territorium te betrekken in het NMD-plan komt op een tijdstip dat Groenland zelf worstelt met zijn politieke en staatsrechtelijke relatie met Denemarken. Vanaf het moment dat het Groenlandse zelfbestuur, de zogeheten Home Rule, in 1979 werd geïntroduceerd, heeft Groenland met succes de politieke verantwoordelijkheid overgenomen met betrekking tot vrijwel alle binnenlandse beleidsterreinen. In de komende jaren wil Groenland onderhandelingen beginnen met de Deense regering met het doel de politieke zeggenschap van de Home Rule verder uit te breiden. De Groenlandse regering, Landsstyret, heeft daarom in 1999 een zelfbestuurcommissie benoemd die de mogelijkheden moet onderzoeken om ook zeggenschap op het terrein van de buitenlandse en veiligheidspolitiek te krijgen. Het Deense ministerie van Buitenlandse Zaken heeft immers op dat vlak nog steeds het laatste woord - en dus ook over de Amerikaanse militaire activiteiten in Groenland.

Denemarken
Juist waar het de kwestie van de Amerikaanse militaire activiteiten in hun land betreft hebben de Groenlanders bijzonder slechte ervaringen met de bereidheid van Denemarken om de Groenlanders hierover te informeren. Opeenvolgende regeringen hebben de laatste vijftig jaar zowel de Groenlandse als Deense bevolking misleid en informatie geheimgehouden over de feitelijke verhoudingen op de basis in Thule. Zo verzweeg men de dwangmatige overplaatsing van de Uummannaq-inwoners, die in de weg stonden op het moment dat de basis in 1953 in Thule werd gebouwd. En toen in 1968 een Amerikaanse B-52 bommenwerper dicht bij Thule neerstortte, gaf men geen ruchtbaarheid aan het grote stralingsgevaar. Het feit dat de Amerikanen vele jaren lang kernraketten hadden opgesteld in Thule kwam pas onlangs aan het licht, en dat terwijl de Deense regering beweerde dat Groenland 'atoomvrij' was.

De Groenlandse politici en bevolking staan uiterst wantrouwend tegenover de arrogantie en onbetrouwbaarheid van de Deense staat met betrekking tot de Thule Airbase. In die context is het antiraketschild, paradoxaal genoeg, een bruikbaar middel gebleken voor Groenland om extra druk op Denemarken uit te oefenen om in dialoog te treden over vernieuwing van de relatie tussen de twee landen. Groenland wenst niet langer met een koloniale mentaliteit te worden geconfronteerd en eist een herziening van de Home Rule wet, zodat die meer aan de eisen van deze tijd voldoet. In verband met de NMD-plannen verlangt Groenland het recht om volwaardig deel te nemen aan de onderhandelingen over de plannen tot uitbouw van de Thule radar.
Het is echter twijfelachtig of de Deense regering op de Groenlandse eisen in zal gaan. De reden hiervoor is dat het terrein van de internationale veiligheidspolitiek - en dus ook de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Groenland - de afgelopen jaren een belangrijke betekenis heeft gehad in de samenwerking tussen de Verenigde Staten en Denemarken. Denemarken is er, naar het zich laat aanzien, voor teruggedeinsd eisen te stellen aan de Amerikanen. Daarvoor in de plaats koos het voor de gemakkelijkste oplossing, namelijk onvoorwaardelijke medewerking. Dat men dit tegenover de eigen bevolking moest verzwijgen nam men op de koop toe.
En nu de NMD-plannen aan de orde zijn blijkt opnieuw dat Denemarken het niet aandurft zelf het initiatief te nemen. De regering en het parlement besloten in april een afwachtende houding aan te nemen met betrekking tot de NMD-plannen, en pas te reageren op het moment dat de Verenigde Staten een concreet verzoek tot medewerking doet. Wel heeft de regering te kennen gegeven zich tegen de NMD-plannen te zullen verzetten als blijkt dat die in strijd zijn met het ABM-verdrag (het antiraketverdrag) uit 1972.
De Deense minister van Buitenlandse Zaken, Mogens Lykketoft, heeft het Groenlandse Landsstyret ertoe bewogen officieel precies hetzelfde standpunt in te nemen, ondanks het feit dat het Groenlandse parlement zelf al in 1999 een eigen standpunt heeft geformuleerd. De toen geformuleerde Groenlandse positie is dat er drie fundamentele voorwaarden worden gesteld aan instemming met de NMD-plannen:

Politiek
Maar ondanks deze duidelijke stellingname lopen de visies in Groenland belangrijk uiteen. In het parlement bestaat onenigheid in de coalitie van Siumut (de grootste partij van Groenland, te vergelijken met de PvdA), en Inuit Ataqatigiit (IA, een partij die te vergelijken is met GroenLinks). Er heerst uitgesproken onenigheid over de vormgeving van de Groenlandse buitenlandse en veiligheidspolitiek, en dus ook over de houding tegenover het antiraketschild. Siumut bekijkt de Amerikaanse activiteiten in Groenland pragmatisch, en meent dat ze acceptabel zijn als ze ten goede komen aan de Groenlandse belangen in de buitenlandse politiek, en aan de eigen economie en infrastructuur.
De opstelling van IA daarentegen is dat de gehele Arctis moet worden gedemilitariseerd en dat NMD een directe bedreiging vormt voor de arctische bevolking. In de ogen van IA zal NMD Groenland in een eventuele oorlog tot een belangrijk militair doelobject maken. Verder moet er volgens IA geen vergunning worden gegeven voor welke uitbouw van de Thule-radar dan ook, voordat er een bevredigende afronding is gekomen in een zaak die momenteel speelt voor het hooggerechtshof in Kopenhagen. Het betreft een proces dat de afstammelingen van de bewoners van Uummannaq, die in 1953 met dwang werden overgeplaatst, tegen de Deense staat hebben aangespannen. Zij proberen de zeggenschap over hun traditionele jachtgebied terug te winnen (zie Arctica 5). Maar ook deze laatste eis van IA wilde de Groenlandse regering niet overnemen.
Ondanks de verdeeldheid is er ook eenstemmigheid. Al jaren bepleiten IA en Siumut gezamenlijk om opnieuw te onderhandelen over de bestaande defensieafspraken tussen de Verenigde Staten en Denemarken, die in 1951 zijn opgesteld. Inzet daarbij moet zijn dat men in de toekomst meer invloed krijgt op de militaire activiteiten in Thule.
Bush' antiraketschild-plannen hebben nu al hun schaduw vooruit geworpen over Groenland. Waarnemers verwachten dat de onenigheid over de te volgen buitenlandse politiek voortijdige verkiezingen kan veroorzaken. Tot ergernis van zijn bewoners heeft het politieke getouwtrek Groenland op internationaal niveau neergezet als een politiek zwakke en onervaren natie.
De NMD-plannen betekenen een zware beproeving voor de relaties tussen Denemarken en Groenland. En binnenkort zal blijken of Denemarken bereid is Groenland de geëiste invloed te geven op de Amerikaanse aanwezigheid in Groenland, of wederom vervalt in verzwijgingen en leugens.

Niels Hoedeman is Eskimoloog. Hij woont in Kopenhagen en is verbonden aan INFONOR, een partnerorganisatie van Arctic Peoples Alert.