Red House project in Oost-Groenland

Liesbeth ten Cate

In het kader van het afstudeerproject voor mijn studie Scandinavistiek met afstudeerrichtingen Noors en Arctische Studiën aan de Rijksuniversiteit van Groningen kreeg ik de mogelijkheid een tijdje in Oost-Groenland te verblijven. In de zomer van 2002 liep ik stage in het cultuurhistorisch museum van het stadje Tasiilaq (ca. 1800 inwoners), wellicht beter bekend onder de naam Ammassalik. Het grootste gedeelte van de tijd werkte ik als vrijwilliger mee in 'The Red House', een sociaal werkgelegenheidsproject en de naam van het hotel waartoe de uit Zuid-Tirol afkomstige Robert Peroni het initiatief genomen heeft. Sinds 1980 woont hij vrijwel permanent in Oost-Groenland, temidden van de inheemse bevolking. Samen met de inwoners van Tasiilaq en zijn financiële partner Tobias Ignatiussen, de grote jager, probeert hij sociaal- en milieuvriendelijk toerisme in deze regio van de grond te krijgen. Overeenkomstig de wensen van de Groenlandse bevolking hebben ze een aantal richtlijnen opgesteld waaraan het toerisme in Tasiilaq moet voldoen: massatoerisme moet worden voorkomen, het toerisme moet zoveel mogelijk passen binnen een ecologisch verantwoord kader en zijn aangepast aan de plaatselijke omstandigheden en tenslotte moet de Groenlandse identiteit worden beschermd. Doel van The Red House is het creëren van arbeidsplaatsen, met name voor Oost-Groenlanders met sociale problemen. Het project biedt deze mensen de mogelijkheid te reïntegreren in de maatschappij.

Alcoholwalm

De zon staat hoog aan een helderblauwe hemel. Rond de zonneschijf tekent zich een halo af. "Slecht weer op komst", beweren de Groenlanders, "over 24 uur zal het regenen." Ik loop via het uitgesleten paadje omhoog naar ons huis, tussen de buurhuizen door. Moet me bukken voor een waslijn. Ik ruik het wasmiddel, een vaag bloemengeurtje in deze ijzige omgeving. Op het terras van ons huis zitten Asser en Robert op een houten bankje in de zon. Als ik het trapje opklim komt Asser naar me toe. Een alcoholwalm slaat me in het gezicht. Zojuist heeft hij bericht gekregen dat zijn oudste broer zich heeft verhangen. Ik zie sporen van tranen op zijn gezicht. Hij kijkt me aan en begint een verhaal in het Groenlands waar ik geen touw aan vast kan knopen. Hij draait zich om naar Robert en zegt iets tegen hem. "Asser wil dat ik je vertel dat hij zojuist besloten heeft nooit meer een druppel alcohol aan te raken", zegt Robert in het Engels. "Hij heeft net drie flesjes bier kapot gesmeten." Ik kijk weer naar Asser, zie nu inderdaad dat hij niet heeft gedronken. De walm moet dus afkomstig zijn van de kapotte bierflesjes, waarvan de scherven op de grond getuigen. Ik geef de jongen een knuffel en op zijn verdrietige kop verschijnt een ondeugend lachje. "Asavakkid - I love you!" Hij gaat nog harder lachen en geeft me een por in mijn zij. "Uloqatserpua, I'm sorry!"

Schoonmaak

Op het eerste oog lijkt Tasiilaq een Scandinavisch stadje. Vrolijk gekleurde huisjes staan tegen een Groenlandse achtergrond geplaatst van indrukwekkend spitse bergtoppen, ijsbergen en een subarctische vegetatie. Bij nadere inspectie volgt er voor de toerist daarop echter vaak een anticlimax. De romantisch aandoende mistflarden boven de fjord blijken afkomstig van de rokende vuilstort. Afval ligt overal, behalve in de groene vuilnisvaten die door de gemeente zijn geplaatst. Op het pleintje voor de supermarkt heeft een groepje dronken stadsbewoners zich verzameld.

En dan te bedenken dat hier tot begin jaren vijftig nog vrijwel uitsluitend op traditionele wijze werd geleefd. Het traditionele bestaan hield een semi-nomadisch levenspatroon in, waarbij families gedurende de korte zomers in huidententen van vangstplaats naar vangstplaats trokken. In de winter voegden de mensen zich weer in hun uitgebreide familieverband bijeen in halfondergrondse huizen. Deze huizen waren opgebouwd uit steen, plaggen en drijfhout, met een dakbedekking van huiden. Als bron van licht en warmte gebruikte men traanlampen. Na een periode van acht maanden konden de huizen weer worden verlaten. De huiden werden opgerold en meegenomen om als tentdoek dienst te doen.

Moeder Natuur zorgde tijdens de zomer voor de grote schoonmaak. Het afval was immers van louter organische aard en de piteraq, een valwind afkomstig van de ijskap die orkaankrachten kan aannemen, blies weg wat niet direct verging of wegspoelde met de regen. De piteraq is tevens medeveroorzaker van het huidige afvalprobleem op straat. De Groenlandse bodem is vrijwel nergens met een humuslaag bedekt, zodat men ook niet in staat is de vuilstort met een laag grond te bedekken zoals dat bij ons gebeurt. Opruimen van het zwerfafval lijkt weinig zin te hebben als de natuurkrachten het even later weer met veel geweld verspreiden.

Zeehond

Tegenwoordig leven de Oost-Groenlanders in permanente woningen, al hebben velen van hen nog altijd behoefte om 's zomers van horizon te veranderen. Ik zag veel mensen uit Tasiilaq vertrekken om familieleden op te zoeken in de rondom gelegen nederzettingen, of om langere tijd uit jagen of vissen te gaan. Een uit Tasiilaq afkomstige familie leeft steevast elke zomer in een tent op het kampeerterrein aan de rand van de stad.

De zeehond vormt van oudsher nog steeds het hoofdbestanddeel van het menu, althans bij de Groenlandse bevolking. Robbenvlees is tevens belangrijk voor het voederen van de sledehonden. Een goede jager geniet ook vandaag de dag nog een hoog aanzien. Buitenlandse gasten vergapen zich aan de opgespannen huiden, aan het zeehondenvlees dat aan stellages of op de daken te drogen hangt, aan de jagers die met hun buit aankomen of aan de vrouwen die met hun speciale vrouwenmessen de zeehonden villen.

Gebrek aan perspectief

Net zoals in andere culturen gebeurde, verloopt de binnenkomst van de West-Europese cultuur en de daarbij behorende normen en waarden niet zonder frictie. Voor een leven naar westers voorbeeld, waarvan een vertekend beeld wordt verkregen door televisieseries, muziekclips en reclames, ontbreken in deze regio de mogelijkheden. De staat biedt sociale bijstand, maar desondanks gaan veel, vooral jonge, mensen gebukt onder een gebrek aan perspectief. Vanuit de omliggende nederzettingen trekken veel jongeren naar Tasiilaq, op zoek naar werk en welvaart. Slechts weinigen slagen er daadwerkelijk in werk te vinden. Bovendien voelen ze zich door hun vertrek uit de nederzetting vaak ontheemd en verliezen ze hun sterke familieband. Alcoholverslaving, depressiviteit en een extreem hoog zelfdodingscijfer zijn het gevolg.

Contacten

Gedurende drie maanden heb ik samen met Asser en andere Groenlanders in een huisje aan de rand van Tasiilaq gewoond en de seizoenen zien verschuiven van een schrale lente naar een bloeiende zomer en dieprode herfst. Het hotel The Red House en het project nemen in de samenleving een centrale plek in. Het kostte me daarom weinig moeite om contact te leggen met de inheemse bevolking en vriendschappen op te bouwen. Dat betekent noch een overwegend positief noch een overwegend negatief beeld van de samenleving. Ik werd met uiterst vriendelijke mensen geconfronteerd, die veel lachen en je op de meest bizarre momenten "Asavakkid" toezeggen. Daarnaast zag ik dat die vrolijkheid soms ook een façade kan zijn. Sommige mensen zijn terechtgekomen in een negatieve spiraal, die moeilijk te doorbreken is. Na de bewuste dag waarop Asser verklaarde nooit meer te zullen drinken duurde het slechts een paar dagen voor hij weer beneveld was.

http://www.greenland-guide.dk

http://www.eastgreenland.de

http://www.beluga.nu