Arctica 25 - najaar 2007
  1. Arctic Peoples Alert
  2. Willem Barentsz Festival 2007
  3. Willem Barentsz Festival 2006
  4. Koude Oorlog in 4e Polair Jaar
  5. Inuit in de Tweede Kamer
  6. 4e IPY geopend in Fryslân
  7. Poolkoorts

 

1. Arctic Peoples Alert

Daar ligt dan eindelijk het nieuwe nummer van Arctica voor u, in een fris jasje gestoken door Matthijs Sluiter: www.msluiter.nl  Onze verontschuldiging voor de vertraging. Het was een druk voorjaar voor Arctic Peoples Alert en er staat ons ook een druk najaar te wachten.

Na het bezoek van drie delegaties dit voorjaar moet alweer een gezamenlijke Inuit-delegatie uit Groenland en Canada naar Nederland komen in een laatste poging het embargo op alle producten van zadelrobben en klapmutsen, dat op 23 oktober 2007 van kracht wordt, te stoppen. Daarmee draagt Nederland bij aan de verdwijning van een eeuwenoude unieke jagerscultuur.

Om praktische en organisatorische redenen is het Willem Barentsz Festival verplaatst naar april 2008.

Op 13 september 2007 heeft de Algemene Vergadering van de VN in New York de Verklaring over de Rechten van Inheemse Volken aangenomen. Dat is een grote overwinning voor inheemse volken. De Verklaring, die dient om de fundamentele mensenrechten en vrijheden van de naar schatting 370 miljoen inheemse mensen in de wereld te bevorderen en te beschermen, werd aangenomen met een overweldigende meerderheid van stemmen: 143 voor, 4 tegen (Australië, Canada, Nieuw Zeeland, VS) en 11 onthoudingen. Ook Nederland stemde voor. www.nciv.net

Het is Linnaeusjaar: de Zweedse natuurwetenschapper Carl Linnaeus (1707-1778) bracht orde in plant- en diersoorten. In 1735 kwam hij daarvoor naar onder andere Amsterdam, Harderwijk en Leiden. Bekend is het schilderij waarop Linnaeus in Sami kleding staat. www.linnaeus2007.nl

Ook is het De Ruyterjaar. Bij zijn verering wordt vergeten dat hij walvisvaarder en kaper (‘piraat’) was. Ook dat hij afzag van een aanval op Nieuw Nederland (New York) en besloot naar Terreneuve (Newfoundland) te varen. Daar overvielen zijn manschappen de Indianen, Fransen en Engelsen: “ ‘t Volck plunderde ‘t geen sij vonde en keerde doen met ‘t ondergaen van de son weer naer boort.” www.michielderuyter.com

Bij de Inuit worden minder jongens geboren. Wetenschappers hebben het bewijs gevonden dat het grote aantal pasgeboren meisjes een link heeft met giftige afvalstoffen. De Arctis dient als afvalputje van de geïndustrialiseerde wereld. Het vervuilde water stroomt van de bewoonde wereld richting de Noordpool en eindigt in de voedselketen van de Inuit.

In Nederland is het vrij stil rond het 4e  Jaar van de Poolgebieden - IPY 2007 - 2009. www.ipy.nl
Onze zuiderburen - samenwerkende Vlamingen en Walen - timmeren, zoals bij eerdere IPY’s, wel hard. Zij bouwen het eerste Antarctisch onderzoeksstation, Prinses Elisabeth, dat geheel functioneert op hernieuwbare energiebronnen, zero emission.
www.antarcticstation.org,   www.polarfoundation.org

Als vanouds is er in het Polair Jaar ook een ‘Koude Oorlog’ - een politieke strijd gebruikmakend van wetenschap - rond het bezit van de Noordpool. Het Europese Ruimtevaartagentschap (esa) meldt op 14 september 2007 op basis van satellietfoto’s dat schepen door de Noordwestelijke Doorvaart kunnen varen. Canada claimt dat het een Canadese zeeweg is, maar de VS en de EU dringen aan op een internationale benadering van het ontdooide vaarwater. De Russen planten op de Lomonosov Rug een vlag. Alle Koude Oorlogwoorden worden uit de koelkast gehaald, maar dient het wijzen met onze vinger naar de Russische Federatie niet als afleiding van wat de Verenigde Staten allemaal uithalen?
Eigenlijk is het heel simpel: het gebied behoort toe aan de inheemse Arctische volken rond de Noordpool!

Govert de Groot

2. Willem Barentsz Festival verplaatst naar 2008!

Om het 3e Willem Barentsz Festival goed te kunnen voorbereiden, heeft Arctic Peoples Alert besloten om het festival te verplaatsen naar april 2008

Het festival stond aanvankelijk gepland voor 18 t/m 24 oktober 2007 in het Filmhuis Den Haag. Het 3e Willem Barentsz Festival zal nu - ijs en weder dienende - van 3 t/m 9 april 2008 plaatsvinden. Op het Willem Barentsz Festival zal de documentaire The Prize of the Pole (Trofeeën van de Noordpool - 2006) van Staffan Julén als openingsfilm getoond worden.

In het verleden trokken poolreizigers vaak voor jaren naar het nog onbekende Noord-poolgebied. Als zij de reis al overleefden, brachten zij niet alleen nieuwe kaarten, onbekende voorwerpen en plant- of diersoorten mee. Zelfs was het niet ongebruikelijk om levende ‘Eskimo’s’ mee te brengen. Zo kwam in 1897 poolontdekkingsreiziger Robert E. Peary met zes Inuit uit Noordwest-Groenland terug. In het American Museum of Natural History werden zij als ‘exotische diersoort’ tentoongesteld.

De documentaire The Prize of the Pole  laat de zoektocht van de achterkleinzoon van Peary, Robert E. Peary II zien naar de geschiedenis van zijn voorouders. Deze zoektocht verandert volledig zijn kijk op zichzelf en zijn voorouders. www.edenfilm.se

 

3. 2e Willem Barentsz Festival 2006 - een terugblik.

Arctic Peoples Alert kijkt tevreden terug op een succesvol 2e  Willem Barentsz Festival dat van 26.10 tot en met 01.11.06 werd georganiseerd.

Er waren trouwe bezoekers die verschillende dagen kwamen en andere die voor een speciale film van ver naar het Filmhuis reisden. Het retrospectief van speelfilms en documentaires van Zacharias Kunuk en Norman Cohn, Igloolik Isuma Productions, was niet alleen indrukwekkend, maar gaf ook een goed beeld van de huidige situatie van de Inuit in Nunavut. Omdat de beoogde openingsfilm, The Journals of Knud Rasmussen naar het Filmfestival Rotterdam ging, opende het festival met Kiviaq versus Canada, een documentaire die laat zien hoe de Canadese regering de laatste 100 jaar met haar Inuit-inwoners, die tot voorkort nog een nummer droegen, omgaat. Door Arctic Peoples Alert en Filmhuis Den Haag in de gelegenheid te stellen deze films te vertonen heeft de Canadese ambassade durf getoond. De avond werd afgesloten met een optreden van urban Inuk keelzangeres Tanya Tagaq Gillis, geboren en opgegroeid in Ikaluktiak (Cambridge Bay), Nunavut.

De Willem Barentsz Dag werd geopend door schrijver en dichter H.C. ten Berge die enkele door hem vertaalde gedichten voorlas, die Knud Rasmussen bij de Inuit heeft opgetekend. Andere bekende werken van Ten Berge zijn onder meer De Beren van Churchill en De raaf en de sjamaan, vol fabels en mythen van Noord-Amerikaanse Indianen, Inuit en Siberische volken. Hij is de enige die werk van de Groenlands-Deense poolonderzoeker Knud Rasmussen heeft vertaald. Op deze dag werd onder meer de film Urban Inuk van Jobie Weetaluktuk vertoond, die de problematiek van Inuit laat zien, die naar de metropool Montreal trekken en daar tussen wal en schip vallen.

Antropoloog Dr. Willem C. E. Rasing (1956) sprak over Film is Overleven en Overleveren, dat is precies wat Igloolik Isuma Productions doet. Rasing heeft in 1986-87 onderzoek gedaan in heel Arctisch Canada, daarna aanvullend in 1989-90 en 2005 in Igloolik.

De Willem Barentsz Award 2006 werd uitgereikt aan mw. dr. Nellejet Zorgdrager (Terschelling 1942) “vanwege haar inzet bij het vastleggen van de geschiedenis van de Samen in Noorwegen, waarmee zij een zeer waardevolle bijdrage leverde aan de strijd voor het behoud van de eigen cultuur van de Samen”. Ondanks het opheffen van het Instituut voor Culturele Antropologie aan de Universiteit Groningen is Zorgdrager onvermoeid door gegaan. Nooit had Zorgdrager kunnen denken dat een wetenschappelijke studie naar een 150 jaar oude historische gebeurtenis in Noord-Noorwegen, zoveel jaren later nog zo’n maatschappelijk effect zou hebben en dat haar werk een groep Sami van een stigma heeft bevrijd.

Met een optredens van keelzangeres Tanya Tagaq werd deze geslaagde dag afgesloten. www.tanyatagaq.com

 

1852 Kautokeino

Het oproer van Samen, voorheen Lappen genoemd, in 1852 was gericht tegen de aanwezige Noren in Kautokeino, vertegenwoordigers van het Noorse gezag, de dominee, de politiefunctionaris en de handelaar. Bij het oproer werden de laatste twee gedood en de dominee gemolesteerd. De twee belangrijkste leiders van het oproer, Aslak Hætta en Mons Somby, werden door het Noorse Hooggerechtshof ter dood veroordeeld en in 1854 publiekelijk onthoofd.

Toen mw. dr. Nellejet Zorgdrager met haar onderzoek naar het oproer begon, wist zij dat het oproer nog altijd een zekere rol speelde in de samenleving van Kautokeino. Al bij een van haar eerste bezoeken vroeg een oudere man zo’n beetje terzijde, of zij wel eens van het oproer had gehoord. Dit bevestigend, maakte hij haar duidelijk dat hij niet tot die Hætta-familietak behoorde. De vrouw van haar gastgezin vond dat het onderwerp dood en begraven moest blijven. Echter, op haar vragen waarom het was gebeurd, wist eigenlijk niemand antwoord. Gaandeweg het onderzoek raakten steeds meer mensen geïnteresseerd in de resultaten van haar naspeuringen naar de historische achtergronden van het oproer. Na de afronding van het onderzoek werd haar gevraagd lezingen te geven. Langzamerhand hoorde zij verhalen van sommige nakomelingen over hoe zij in hun jeugd gepest waren, omdat zij tot een moordenaarsfamilie behoorden. Haar onderzoek maakte dat er weer over het oproer werd gesproken, hoe pijnlijk sommigen dat ook vonden. Van Samische zijde ontstond ook interesse voor wat er met de schedels van de twee ter dood gebrachte Sami was gebeurd. Deze bleken deel uit te maakten van anatomische schedelverzamelingen in respectievelijk Oslo en Kopenhagen.

In 1997 verscheen de Noorse vertaling van haar boek De strijd der rechtvaardigen Kautokeino 1852 - Religieus verzet van Samen tegen intern Noors kolonialisme. Al een half jaar later, in november 1997 zijn de schedels van de leiders begraven op het kerkhof waar ook hun lichamen liggen. Tijdens de begrafenis bleek hoezeer de opvattingen over de oorzaken en achtergronden van het oproer waren veranderd.

De nakomelingen waren massaal aanwezig. Zorgdrager zal nooit vergeten hoe een jong meisje mij na afloop met tranen in haar ogen kwam bedanken voor haar boek. Op 16 januari 2008, tijdens het 18e Tromsø International Festival in Noorwegen, gaat de speelfilm The Kautokeino Rebellion (Kautokeino-opprøret) van de Sami regisseur Nils Gaup (1955, o.a. bekend van de speelfilm Ofelas (Veiviseren - Pathfinder, 1987) in première.

Het boek ‘De strijd der rechtvaardigen Kautokeino 1852 - Religieus verzet van Samen tegen intern Noors kolonialisme’ van mw. dr. Nellejet Zorgdrager is via Arctic Peoples Alert te bestellen.

4. Koude oorlog in 4e  Polair Jaar

Op 2 augustus 2007 plantte een Russische minionderzeeër een titaniumvlag op de Lomonosov Rug - 4.261 meter diep - in de Noordelijke IJszee. In de komkommertijd riepen de media: ‘Koude Oorlog’. Het leek even of er een nieuwe wedloop om het Noordpoolgebied was begonnen. Echter, deze expedities zijn al jaren - in het kader van het Internationaal Polair Jaar (IPY) - voorbereid en de wedloop om het Poolgebied is ook niet van deze zomer. Al eeuwen lang wordt er door staten ruzie gemaakt over de rechten op de Arctis, het Noordpoolgebied. Voor en ten tijde van de Noormannen was dat al het geval. In 1566 werden twee ontvoerde Inuit - moeder en dochter - in herberg De Mol in Scheveningen tentoongesteld. Adriaen Coenensz van Schilperoort deed daar in zijn herontdekte Visboeck verslag van. In 1576 had Martini Frobisher gewelddadige confrontaties met de Inuit. Deze bleken al vertrouwd te zijn met het gedrag van eerdere westerlingen die in hun gebied vlaggen wilden planten. Op 7 juni 1739 beschoten Nederlandse en Deense schepen elkaar bij Makkelyk Oud (Ilulissat) op Groenland en lachten de Inuit zich rot om de overvliegende kanonskogels. Dit zijn maar enkele historische voorbeelden, waarbij het ging om visvangst, goud, bont, valken, militaire strategie, walvissen, ivoor, etc. Om de rechten op het Noordpoolgebied op te eisen, zijn vele vlaggen geplant. In 1909 vochten zelfs twee landgenoten, Robert E. Peary en Frederick Cook om de VS-vlag, terwijl het zeer aannemelijk is dat de Afro-Amerikaan Matthew Henson, compagnon van Peary, op 6 april 1909 de eerste was die de Noordpool bereikte. Territoriumdrift zit nu eenmaal in de mens en er zullen dus nog vele vlaggen volgen. 

Het Noordpoolgebied valt onder de VN-Zeerechtconventie van 1982. Dit verdrag bepaalt onder meer dat landen recht hebben op economisch gebruik van de zee en haar bodem tot 200 zeemijl (370 kilometer) vanaf de kust of voor de kust liggende eilanden. De VN Commission on the Limits of the Continental Shelf (clcs) adviseert op basis van wetenschappelijk bewijs over de juistheid van alle claims. De meeste ondertekenaars van het verdrag hebben tot 2009 de tijd om een claim in te dienen en te onderbouwen. Tot nu toe heeft geen van de landen rond de Noordelijke IJszee - Canada, Denemarken (via Groenland), Noorwegen, de Russische Federatie en de VS - zijn grenzen buiten die zone weten uit te breiden. Zodra landen het verdrag ondertekend hebben, krijgen zij tien jaar om hun gebied ‘in kaart te brengen’.
De Russische Federatie tekende de Zeerechtconventie al tien jaar geleden. Het land claimt de volledige soevereiniteit over de Noordoostelijke Doorvaart. In 2001 diende Rusland bij de CLCS zijn eerste claim in. In 2002 is deze door de VN afgewezen wegens gebrek aan bewijs. Onderzoek naar de geologische samenstelling van de Lomonosov Rug, dat sinds 2001, maar ook deze zomer plaatsvond, kan juridische consequenties hebben. Het staat vast dat het Russische continentaal plat verder doorloopt dan 200 zeemijl vanaf de kust en de kusteilanden, omdat de Lomonosov Rug (die onder de Noordpool doorloopt) en de Mendelejev Rug aan zijn grondgebied vastzitten. Alleen is nog niet duidelijk hoeveel verder.
De Verenigde Staten hebben het Zeerechtverdrag niet geratificeerd, omdat er in de Senaat onvoldoende steun voor is. Via Alaska kan de VS maar een relatief beperkte claim op het Noordpoolgebied leggen. Vooral deze wereldwijde politieagent is niet alleen in het Kyoto Klimaatverdrag de grote dwarsligger, maar ook in de verschillende Arctische overlegorganen, zoals de Arctische Raad. Deze zomer hebben wetenschappers van het Woods Hole Institute met onbemande duikboten onderzoek gedaan op de Gakkel Rug. Er is, zover bekend, geen vlag geplant.

Canada
tekende de Zeerechtconventie in 2003. Het loopt achter in de race om de Arctis. Het heeft geen onderzeeërs die onder de poolkap kunnen varen om het gebied in kaart te brengen. Het beschikt ook niet over een noordelijke diepzeehaven. Het heeft zelfs niet genoeg zeemacht om zijn aanwezigheid te tonen op de duizenden eilanden van de Canadese archipel. Het claimt de soevereiniteit over de Noordwestelijke Doorvaart. Na eerder al te hebben aangekondigd miljarden uit te gaan geven voor de bouw van zes tot acht ijsbreker-patrouilleschepen, die in staat zijn om door een meter dik ijs te ploegen, maakte de Canadese premier Stephen Harper op 10 augustus 2007 bekend dat Canada een diepzeehaven en een militaire basis in het gebied gaat opzetten.
Groenland
behoort tot het koninkrijk Denemarken. Groenland heeft verregaand zelfbestuur, maar op het terrein van buitenlandse zaken en defensie heeft Denemarken het nog steeds voor het zeggen. Aan boord van een gehuurde Russische ijsbreker vertrok op 12 augustus 2007 een Deense wetenschappelijke expeditie, die moet aantonen dat de Noordpool geologisch verbonden is met Groenland, en daarmee Deens grondgebied is. De Denen hebben aan vergelijkbare onderzoeken al honderden miljoenen euro’s uitgegeven.

Zeeslag om de Noordpool: de disputen.

Canada > < VS. De VS wijzen de Canadese claim op de Noord westelijke Doorvaart volstrekt af. Om dat standpunt kracht bij te zetten sturen de VS regelmatig, zoals in 1985, tot woede van de Canadezen, ijsbrekers door de doorvaart. Het VS-standpunt is dat de doorvaart neutraal gebied is en moet blijven. Een groot deel van de senatoren voelt uit principe niets voor internationale afspraken en vreest bovendien dat de vrijhandel via zee wordt bemoeilijkt. Daarnaast hebben beide landen een dispuut over de Beaufortzee.

Canada > < Denemarken. Een twistpunt tussen Canada en Denemarken is onder meer het Hans Eiland bij Groenland. Zowel Denemarken als Canada hebben hun vlag op Hans Eiland geplant. De strijd is symbolisch gevoerd middels een voetbalwedstrijd tussen marine-personeel, maar beide landen werken ook samen bij het verkennen van het gebied ten noordoosten van Ellesmere eiland.

VS > < Russische Federatie. Het is de Beringzee, tussen Alaska en Siberië, waar de VS en Rusland over ruziën. Weliswaar is er in 1990 een overeenkomst gesloten waarbij beide landen een deel toekomt, maar Rusland wil 50.000 km2 meer om er te kunnen vissen.

Noorwegen > < Rusland. Het dispuut tussen Noorwegen en de Russische Federatie gaat over de grenzen in de Barentszzee. Het Noorse Statoil ontgint er gasvelden en het Russische Gazprom is bezig in het Stokmanveld in de Barentszzee. Volgens het Spitsbergen-verdrag uit 1920 houdt Noorwegen toezicht op Spitsbergen. De Russische Federatie heeft een nederzetting op Spitsbergen, Barentszburg, welke Nederland in 1932 aan de Russen verkocht heeft. Bijna dagelijks zijn er wel incidenten tussen beide landen, onder andere door het schenden van het luchtruim of overtredingen van vissersschepen. Regelmatig is hierover tussen beide landen ministerieel overleg. www.barentsobserver.com

Noorwegen > < Denemarken. Verschillende keren is Noorwegen door Denemarken voor het Permanente Hof van Internationale Justitie in het Vredespaleis in Den Haag gedaagd. Op 5 april 19933 bevestigde het Hof dat Oost-Groenland tot het Deense koninkrijk behoort. Van 1988 tot 1993 duurde de procedure over het gebied tussen Jan Mayen en Oost-Groenland.

Uiteindelijk zullen het de grote multinationals - de oliemaatschappijen - de regeringen ertoe aanzetten politieke duidelijkheid te scheppen en het Noordpoolgebied onderling te verdelen.

Govert de Groot

‘Visboeck‘ www.kb.nl  => webexposities  www.matthewhenson.com

 

 

5. Inuit in de Tweede Kamer

Op 23 oktober 2007 wordt het embargo op producten van zadelrobben en klapmutsen van kracht. Ondanks toezeggingen zal dit grote sociale en economische gevolgen voor de 155.000 Inuit hebben.

Aangezien Nederland geen noemenswaardige invoer van zeehondenproducten kent en het geen bedreigde diersoorten betreft, is het embargo hypocriet en symboolpolitiek. Na dit voorjaar, komt ook dit najaar een Inuit-delegatie uit Groenland en Canada naar Nederland om Nederland op de gevolgen te wijzen: een jagers- en verzamelaarcultuur die dreigt uit te sterven. Op 6 februari 2007 behandelde de Tweede Kamer het wetsvoorstel van de leden Harm-Evert Waalkens (vervanger, PvdA) en Janneke Snijder-Hazelhoff (VVD) tot wijziging van de Flora- en faunawet in verband met het verbod op de handel in producten van zadelrobben en klapmutsen (30409). Langdurig bespraken de woordvoerders van de verschillende fracties het wetsvoorstel en op een enkeling na paternalistisch over de Inuit. Het was wel duidelijk dat het staatkundig en juridisch rammelde, waardoor er een grote kans zou zijn, dat het niet door de eerste Kamer zou worden goedgekeurd.

Krista van Velzen (SP) blijkt weinig begrip te hebben voor de handel door de Inuit en wil voor hun geen uitzondering: “Als het om kleinschalige, dus niet-commerciële jacht gaat, ga ik ervan uit dat er een lokale afzetmarkt voor deze producten is. Ik snap dan ook niet waarom wij een uitzondering zouden moeten maken om in Europa te kunnen importeren.” Wel heeft ze gelijk dat het niet “onredelijk is om te stellen dat deze inheemse volken zelf maar criteria moeten bepalen; de indieners van het wetsvoorstel willen deze uitzondering, dus het lijkt mij redelijk dat zij ze formuleren, uiteraard in overleg met deze mensen. Het mag duidelijk zijn dat ik principieel tegenstander ben van de bontindustrie. Ik heb moeite met inheemse volkeren die daaruit hun inkomsten halen”.

Marianne Thieme (PvdD): “De vrijstelling zou toch slechts betrekking moeten hebben op het eigen gebruik op de interne Canadese markt.”

Dierenarts Henk Jan Ormel (CDA) was eigenlijk de enige die het voor de Inuit opnam: “Het is gewoon in strijd met het wto-akkoord, en met het EU-Verdrag (...) Er is sprake van de traditionele jacht van de Inuit. Wat wordt er onder traditionele jacht verstaan? Is jagen met een geweer, een sneeuwscooter of een motorboot traditionele jacht? Als wij alleen maar toestaan dat zij met pijl en boog vanuit een lederen kajak mogen jagen, zijn wij dan niet erg paternalistisch bezig?” Ineke van Gent (GroenLinks): “maar traditionele jacht is natuurlijk geen jacht met een mitrailleur. Ik overdrijf nu misschien een beetje, maar traditioneel is traditioneel. Het is ook helemaal niet nodig om de producten van kleinschalige, traditionele jacht te importeren.” Ormel: “dat deze traditionele volken in deze tijd leven en zij maken dan ook gebruik van de middelen van deze tijd. Hebben zij dan niet het recht om met moderne middelen in hun levensonderhoud te voorzien? Als u bij traditionele jacht alleen maar denkt aan pijl en boog - ik chargeer - en aan de mogelijkheid om op zeer beperkte schaal iets te doen om aan voedsel te komen, dan wilt u ze beperkingen opleggen waarmee u ze het brood uit de mond stoot. ... ik vind niet dat wij paternalistisch mogen zijn tegenover bepaalde volkeren. Zij hebben namelijk ook het recht om te leven.”

Uiteindelijk werd het woord gegeven aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Cees Veerman: “Tot op heden was de regering niet voornemens om een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) te maken. Ik ben bereid een AMvB voor te bereiden. Mag dat een deel van mijn erfenis zijn”. Hiermee was het debat geheel overbodig geweest.

Vervolgdebat

Op 15 februari 2007 werd, ondanks de toezegging van de minister om met een amvb te komen, de behandeling van het wetsvoorstel nog eens dunnetjes overgedaan. Op de regeringsstoelen zittend, werd het woord gevoerd door de trotse initiatiefnemers Snijder en Waalkens, die in zijn borstzakje een van de pluche witte zeehondenbaby’tje had zitten. Ook hij was in de val van de verkeerde beeldvorming door de dierenrechten-organsaties getrapt: sinds 1983 wordt er op witte zeehondenjongen niet meer gejaagd.

Snijder: “Wij realiseren ons dat de import van zeehondenproducten in Nederland gering is. Het is niet bekend welk aandeel de genoemde inheemse gemeenschappen als de Inuit en de Tsjoektsjen daaraan leveren; wij hebben niet kunnen vaststellen of er ooit een souvenir Nederland bereikt; wij kunnen moeilijk een definitie geven van traditionele jacht en moeten vooral varen op de Inuit en de Tsjoektsjen. Het is de verwachting dat er in de praktijk weinig problemen zullen ontstaan. Het begrip Inuit moeten wij in deze context iets breder zien, want wij plaatsen ook de Tsjoektsjen daaronder.”

Van Velzen: “als het zo kleinschalig is dat je niet eens kunt vaststellen of er iets op de Europese markt terecht komt, kunnen wij die uitzondering toch weglaten?’ Snijder: ‘...Wij kunnen niet een inheems volk de eerste levensbehoefte ontnemen... Heel nadrukkelijk is ervoor gekozen om een uitzondering te maken voor de Inuit.’ Over de gevolgen voor de inheemse volken werd verder niet meer gesproken. De Kamer houdt het initiatiefwetsvoorstel aan tot het moment waarop de AMvB er is.

Inuit-demonstratie in Den Haag

Op 8 maart 2007 bezocht de Groenlandse minister van Buitenlandse Zaken, Josef Motszfeldt, Nederland. Aan zijn Nederlandse ambtgenoot gaf hij de boodschap dat het voorgenomen invoerverbod grote consequenties voor Groenland heeft. Bovendien is het invoerverbod in strijd met de bijzondere handelsafspraken die Groenland en de EU hebben ondertekend.

Op 15 maart 2007 vierden dierenrechtorganisaties als Bont voor Dieren en IFAW feest voor de Canadese ambassade in Den Haag. Zij wekten de indruk dat de jacht op zeehonden met het Nederlandse invoerverbod wordt gestopt. De demonstranten werden verrast door Aaja Peter (47) met haar zoon Aggu (17) uit Iqaluit - in zeehondenjas en broek gekleed - en Jim Winter uit St. John, oprichter van de Canadian Sealers Association. Na de demonstratie brachten zij een bezoek aan de Tweede Kamercommissie voor LNV. Peter, die oorspronkelijk uit Groenland komt en in 1998 de Arctische Dag in Leiden bezocht, is bijna klaar met haar opleiding tot advocaat. Aan De Volkskrant-verslaggeefster Nanda Troost vertelde zij: “Het is eigenlijk de wereld op zijn kop, maar om op te komen voor onze rechten moet ik de taal en de wetten van de witte mensen leren. Jullie eten koeien, wij zeehonden. Wanneer houdt Nederland op met kolonialiseren? Wanneer staat Nederland, en ook Europa, het mij eens toe dat ik mag overleven? Overleven op mijn manier.” Peter vraagt boos: “Waar halen andere landen het recht vandaan mijn manier van leven te bestempelen als fout? De zeehond is geen bedreigde diersoort, de dieren worden humaan gedood. En wie geen bont wil dragen, hoeft dat ook niet. Als ik dierenactivisten hoor, begrijp ik dat ze willen dat wij in Ottawa gaan wonen, en onze cultuur en tradities opgeven. Maar waar halen ze dat recht vandaan? Wij jagen op zeehonden, net als onze voorouders. Zeehondenvlees is de beste voeding voor ons. Het invliegen van al dat voedsel is onbetaalbaar. Niets is gemakkelijk in het Noorden. Wij hebben geen salaris, maar sprokkelen ons inkomen stukje bij beetje bij elkaar. Met de verkoop van bont, ik naai jasjes, vesten, handschoenen, maak ik hooguit tweeduizend dollar winst. Dat lijkt niet veel, maar ons inkomen is als een mozaïek. Haal er een steentje uit en het klopt niet meer. Het importverbod waarover nu wordt gesproken is in tegenspraak met toezeggingen die Nederland heeft gedaan op het gebied van milieu, biodiversiteit en steun aan inheemse bevolking. Barrières zouden worden geslecht, maar worden nu opgeworpen. Wat de zeehond is voor de Inuit is de koe voor Nederland. Daarvoor hoeven jullie je niet te verantwoorden. Waarom moet ik dat dan wel?”

Op 2 april 2007 bezocht een Canadese regeringsdelegatie met o.a. de premier van Nunavut, Paul Okalik, Den Haag en Amsterdam. De delegatie werd niet ontvangen door de Tweede Kamercommissie en de minister van LNV. Okalik was zo boos dat hij zei nooit meer een voet in Nederland te zetten. Tot zijn spijt moet hij wel. Binnenkort bezoekt hij weer Den Haag met zijn Groenlandse collega in een laatste poging het verbod tegen te houden. De nieuwe minister van LNV, Gerda Verburg, heeft Arctic Peoples Alert en het NCIV laten weten dat zij “de zorgen over de moeilijke situatie waarin de inheemse Arctische volken zich bevinden deelt en begrip heeft voor de zorgen over de gevolgen van het voorgenomen invoerverbod op producten van zadelrobben en klapmutsen voor de inheemse Arctische volken. Om die reden is in de voorgenomen algemene maatregel van bestuur, net als in het initiatiefwetsvoorstel, een uitzondering gemaakt voor producten afkomstig van de traditionele jacht door de Inuit”. De minister deelt niet mee hoe de Inuit en andere inheemse Arctische volken wel hun producten kunnen invoeren. De certificering blijft een moeilijke kwestie. Er bestaat geen officiële regeling en het begrip ‘traditioneel’ wordt in de AMvB niet omschreven. De minister heeft de AMvB in de Staatscourant gepubliceerd en rekening houdend met het reces van de Kamer, deze medegedeeld dat op 23 oktober 2007 het invoerverbod ingaat.

Govert de Groot

-› Zie ook Arctica 7, 8, 22 en de Groenlandspecial 1999.

 

Zeehondensoorten

Sinds 1983 geldt er een invoerverbod van huiden van jonge zadelrobben en klapmutsen, zogenoemde ‘white coats’ en ‘blue backs’. Zo het er nu naar uit ziet, wordt op 23 oktober 2007 een algeheel invoerverbod van kracht voor alle producten van zadelrob (Phoca groenlandica) en klapmuts (Cystophora cristata), met een uitzondering voor producten afkomstig van de traditionele jacht door de Inuit en musea. Er geldt al een verbod op bezit en handel in producten van de inheemse soorten, gewone zeehond (Phoca vitulina) en grijze zeehond (Halichoerus gryptus). De enige door de Inuit bejaagde zeehondensoorten waarvan invoer van producten toegestaan is, is van de baardrob (Erignathus barbatus) en de kleine zeehond ook wel ringel- of stinkrob (Phoca hispida) genoemd. Ook is er in het kader van CITES een algeheel invoerverbod van monniksrob, zeeolifant en walrus.

 

6. 4e IPY geopend in Fryslân

Op 1 maart 2007 is het 4e internationaal Jaar van de Poolgebieden 2007-2009 International Polar Year (IPY) [in vele hoofdsteden] van start gegaan.

In het Natuurmuseum Fryslân in Leeuwarden werd op 7 maart 2007 het Nederlandse startsein gegeven in aanwezigheid van Koningin Beatrix. Het Internationaal Jaar van de Poolgebieden, zoals de koningin het graag genoemd ziet, vindt sinds 1882 voor de vierde keer plaats. Meer dan 50.000 mensen, in hoofdzaak wetenschappers, uit zo’n 60 landen werken hieraan mee. Zij zijn werkzaam bij onderzoeksprojecten vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines, waaronder glaciologie, oceanografie, biologie, ecologie en de menswetenschappen. De mens-wetenschappen krijgen voor het eerst aandacht in het IPY en mondjesmaat worden inheemse wetenschappers en inheemse organisaties betrokken bij het onderzoek. Vanuit Nederland participeren alleen de Universiteit Leiden en het Rijksmuseum voor Volkenkunde in onderzoek in samenwerking met de Inuit op Oost-Groenland en Sakhalin. In hoofdzaak zijn het onderzoeksprojecten vanuit de exacte wetenschappen. Dat heeft onder meer te maken met een puntensysteem, dat eigenlijk niet voor menswetenschappen, zoals antropologisch onderzoek te hanteren is. Andere projecten zijn bijvoorbeeld die van wetenschappers van de Rijksuniversiteit Groningen die historisch onderzoek naar menselijke exploitatie van natuurlijke hulpbronnen op Spitsbergen doen of naar het overbrengen van virussen door trekvogels. De Universiteit Utrecht onderzoekt uitgeboorde ijskernen van Groenland. Veel van het onderzoek heeft te maken met de versnelde klimaatverandering.

Een van de sprekers in Leeuwarden was de minister van Buitenlandse Zaken en Financiën van Groenland, de heer Josef Motzfeldt. Hij sprak over de versnelde klimaatverandering die op Groenland zichtbaar is. Wetenschappelijk onderzoek hiernaar is voor Groenland van groot belang. Door het warmer worden van de kustwateren verdwijnen zeezoogdieren, vis en garnalen waardoor de leefgewoonte van de traditionele jagers ten dode is opgeschreven. De verandering geeft Groenland ook nieuwe uitdaging en mogelijkheden. “Wij allen zouden eer moeten bewijzen aan de woorden in artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: ‘Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen”. Met deze woorden nodigde Motzfeldt Nederlandse wetenschappers uit naar Groenland te komen en samen te werken aan de uitdagingen en mogelijkheden van deze nieuwe eeuw.

Govert de Groot

 

7. Poolkoorts

* Rugzaktip: 480 gram. Als de toendra roept van schrijfster / journaliste Karin Herbert (1970). Oorspronkelijke titel: ‘The Explorer’s Daughter’. house of books bv 2006. 352 blz / €16,90 / isbn: 9789044316711 www.thehouseofbooks.comwww.kariherbert.com

Karin is de dochter van Marie Herbert en de poolreiziger Sir Wally Herbert. Kari wordt als klein meisje door haar ouders meegenomen naar het eiland Herbert voor de kust van Thule, Noordwest Groenland en woont daar enkele jaren tussen de Inuit.

Dertig jaar later keert Kari terug naar Groenland met de vraag of haar vrienden haar nog kennen en of de tradities nog in ere zijn gehouden. Het is een zeer goed boek dat een juist beeld geeft van het hedendaagse Groenland. Het geeft zelfs enkele onthullingen over de politieke verhouding tussen Groenland, Denemarken en de Verenigde Staten met betrekking tot de VS-militaire luchtmachtbasis Thule.

Blz 227: “...nadat we de Deense ministers ons verslag hadden gegeven over wat er in 1953 was gebeurd, liet één minister me naar zijn kantoor komen en vroeg: “Uusaqqak, wat zou je ervan zeggen als ik vijfendertig miljoen kronen in je zak stopte om mee naar huis te nemen en er niet over te praten? Wat zou je dan doen? Ik geef het je contant. Vijfendertig miljoen Deense kronen!” ...Maar ik zei tegen hem: “Het gaat me niet om geld, ik wil een papier waarop staat wat er in 1953 is gebeurd.”

Alleen de Nederlandse titel dekt niet helemaal de lading. Verder wordt zowel in de Engelse en Nederlandse versie de verkeerde spelling van de poolreiziger Peter Freuchen gebruikt, waardoor zijn aan te raden boeken niet makkelijk terug te vinden zijn.

* Tijdens het Willem Barentsz Festival kwamen wij in contact met beeldend kunstenaar Ap Verheggen. Hij bleek de man te zijn achter de documentaire ‘The Road to Nowhere’ (2006), over de Inuit in Nunavut, Canada. Met het plan een film te maken over de Inuksuik (enkelvoud: Inukshuk) vloog hij met vrouw spontaan naar Iqaluit. Hij kwam echter thuis met heel ander indrukwekkend beeldmateriaal over de desastreuse situatie van de Inuit in Nunavut en Igloolik. Dr Willem Rasing geeft in de film het commentaar.  Daarnaast creëert hij positieve energie om de aandacht voor inheemse Arctische volken op te wekken. www.positive-nrg.nl

* Werkend aan de documentaire Silent Snow, over de oorlog tegen onafbreekbare pesticiden waaronder POP’s, die de wereld van de Pool bedreigen hebben Jan van den Berg en Jan Betlem de korte documentaire Nitaalaq (Groenlands voor Silent Snow) gemaakt. Deze korte documentaire gaat in première tijdens het IDFA (22.11.07 - 02.12.07) www.silentsnow.org

* 17 - 24.10.07, ‘Duurzaamheid en Arctische gebieden’ georganiseerd door het Studium Generale in samenwerking met het Lectoraat Duurzame Leefomgeving van Saxion Hogescholen. In het kader van het IPY is er een meerdaagse doorlopende vertoning van Arctische en Antarctische videoclips en een ‘Saxion Inukshuk‘, een kunstwerk geïnspireerd door de Inuit- stenenstapels, gemaakt van boeken in de hal van de Hogescholen door beeldhouwer en filmmaker Ap Verheggen.

Di.23.10.07, 16.00 uur, vertoning van de documentaire ‘The Road to Nowhere’ (2006) over de Inuit in Nunavut, Canada van Ap Verheggen, gevolgd door debat over het dilemma tussen ‘culturele duurzaamheid’ en ‘ecologische duurzaamheid. Handelskade 75, 7417 DH Deventer

t: 0570 - 603663 www.saxion.nl

* Tot 27.10.08, tentoonstelling IJskoude Wetenschap. Poolonderzoek naar de opwarming van de aarde. In het jaar 1882-1883 kwam mede op initiatief van prof. C.H.D. Buys Ballot (1817-1890), oprichter van Sonnenborgh en het KNMI, het 1e internationale pooljaar tot stand. In het meteorologische onderzoek van die tijd waren de poolgebieden nog letterlijk

witte vlekken. Tegenwoordig zijn het belangrijke onderzoeksomgevingen waar wetenschappers het klimaat van heden, verleden en toekomst proberen te doorgronden. Sonnenborgh - museum en sterrenwacht, Zonnenburg 2, 3512 NL Utrecht. www.sonnenborgh.nl

* 10.11.07 [za] Arctische Jaarmarkt Oekieviek bij Bever Zwerfsport. 10.00 uur - 17.00 uur, Leenderweg 202, 5644 AB Eindhoven. www.oekieviek.nlwww.bever.nl  

* 08.12.07 [za] wordt voor de vijfde keer in Gieterveen de Zweedse Kerstmarkt gehouden. Ter gelegenheid van het 1e lustrum komt er bij het dorpshuis een stukje Samiland met levende rendieren en een kota (Samitent, model tipi). 10 - 17.00 uur, Dorpshuis Ous Hoes, Bonnerveen 7, 9511 PM Gieterveen, t:0599-615561 www.zweedsekerstmarkt.nl

* Tot 12.2009, Replica Behouden Huys van Willem Barentsz bij het Museum ‘t Behouden Huys, Commandeursstraat 30-32, 8881 BA West-Terschelling, t:05624 42389. www.behouden-huys.nl

* Tot 28.10.07, is op Texel de tentoonstelling ‘Voor traan, vet en stinkebonken. Walvisvangers van Texel’ te zien, samengesteld uit de privé-collectie van Adrie en Ineke Vonk-Uitgeest. Vele Texelaars zijn ter walvisvaart gegaan. In de achttiende eeuw met sloepen, harpoenen en flensen en nog niet zo lang geleden in de vorige eeuw vanaf ijzeren jagers met harpoenen en granaten. Maritiem en Jutters museum, Barentszstraat 21, 1792 AD Oudeschild, Texel. t: 0222 314956. www.texelsmaritiem.nl

* 17 - 24.10.07, WetenWeek 2007: Topje van de IJsberg. www.wetenweek.nl

* 13.10.07 - 24.08.08 Tentoonstelling ‘Als het ijs smelt. Poolvolken in verandering’.

Op Columbusdag, 12 oktober 2007 opent de Prins van Oranje in het Rijkmuseum voor Volkenkunde de tentoonstelling in het kader van het 4e IPY ‘Als het ijs smelt. Poolvolken in verandering’. Vanaf 13 oktober 2007 is deze voor het publiek toegankelijk. In het persbericht van Volkenkunde staat dat de tentoonstelling begint met de geschiedenis van ijs en sneeuw: voorwerpen en filmbeelden maken de kou bijna voelbaar.

In het Pooltheater wordt in gezoomd op vijf plaatsen in het uitgestrekte Noordpoolgebied. Groenland, Canada, Alaska, Samiland en Siberië. Elke regio met een eigen en passend thema. De bewoners van deze poolgebieden geven in speciaal voor de tentoonstelling gemaakte interviews hun visie op de actualiteit. IJs en sneeuw zijn altijd bepalend geweest voor hun manier van leven en overleven. Meer dan vierhonderd ingenieuze en prachtige voorwerpen illustreren hoe zij zich al eeuwenlang aan hun omgeving aanpassen. Voorwerpen die rechtstreeks te maken hebben met ijs en sneeuw: sleden, sneeuwmessen, tenten, kleding, aangevuld met citaten, geluiden en herinneringen. Centraal in de tentoonstelling staat het besef dat de versnelde klimaatverandering grote veranderingen in deze gebieden veroorzaakt.

Dit is voor Noordpoolbewoners niets nieuws. Van oudsher zijn deze semi-nomadische samenlevingen gericht op zich aanpassen aan specifieke omstandigheden en op de veranderingen die zich voordeden. Het weer is ‘wispelturig’ en ook daarop anticiperen de Arctische volken al generaties lang. Wanneer er een sneeuwstorm woedt in Oost-Groenland komen de mensen hun huizen niet uit en wordt de school gesloten. Toch is er iets essentieel veranderd. Trekroutes van dieren zijn verlegd en men kan niet langer vertrouwen op bekende patronen. IJs dat eeuwenlang allerlei vervoermogelijkheden bood is niet langer betrouwbaar en is veel korter aanwezig. Het weer is niet langer voorspelbaar, of zoals de Inuit zeggen: “Climate is a friend acting strangely”. Zo reisde conservator Arctische gebieden, mw.dr. Cunera Buys met Herman de Boer naar de verschillende gebieden om het laatste nieuws op video vast te leggen. Hun reisverslag was te horen op Radio 1: www.noorderlicht.vpro.nl

Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamig boek. “Als het IJs Smelt” van Cunera Buijs,

ISBN 978.90.5730.5269, te koop in de museumwinkel: € 29,95.

Rijksmuseum voor Volkenkunde (RMV), Steenstraat 1, 2300 AE Leiden, t: 071 5168800 www.volkenkunde.nl