Nunatsiavut - Landclaim Labrador Inuit

Drs Mirjam Niemans, antropologe

Op 1 april 1999 kregen de Inuit van de North West Territories in Canada een vergaande vorm van zelfbeschikking over Nunavut. Dat betekent niet dat alle Inuit in Canada zelfbeschikkingrecht hebben gekregen. Na meer dan twintig jaar onderhandelen bereikten de Inuit van Labrador, niet te verwarren met de Innu ('Indianen'), eind vorig jaar een principe-akkoord met de regeringen van Newfoundland en Canada over hun landclaim. Na consultatie in de verschillende gemeenschappen stemden de Inuit van Labrador, verenigd in de Labrador Inuit Association (LIA), massaal in met het akkoord. In zijn reactie benadrukte de president van de LIA, William Barbour, vooral het heuglijke feit dat de Inuit - in de gebieden waarop het akkoord betrekking heeft - nu eindelijk zelfbestuur zullen krijgen.

Het akkoord geldt twee delen van Labrador. Het ene gebied, dat 15.800 km2 beslaat, zal 'Nunatsiavut' gaan heten: 'Ons mooie land'. Hierover krijgen de Inuit zelfbeschikking. Een groter gebied, van 56.000 km2, genaamd Labrador Settlement Area, zal daarnaast onder gemeenschappelijk beheer van de Inuit en de regering van Newfoundland komen te vallen. De Inuit zullen er hun jacht- en visrechten kunnen behouden. Ongeveer 7.700 km2 van het gebied zal worden gebruikt om in het noorden het Torngat Mountains National Park op te richten. Als gevolg van het akkoord krijgen de Inuit tevens toegang tot 44.000 km2 oceaan, tot 12 nautische mijlen uit de kust. Een bedrag van 255 miljoen Canadese dollar zal worden geïnvesteerd in de visserij en de verdere economische ontwikkeling. Tevens ontvangen de Inuit een kwart van de opbrengsten uit de mijnbouw en olie- en gaswinning. Van de eventuele komende opbrengsten van de mijnbouw in Voisey's Bay ontvangen de Inuit 3%.
Alvorens het akkoord definitief in werking treedt moeten de Inuit in overleg met de regeringen de gebieden die onder het akkoord zullen vallen precies gaan de markeren. Vervolgens moet het akkoord nog worden geratificeerd door de provinciale en federale regeringen. Dit proces zal nog zeker anderhalf tot twee jaar in beslag gaan nemen.

Aanspraak
De Inuit in Quebec waren niet onverdeeld enthousiast over het bereikte principe-akkoord dat de Labradorse Inuit hebben gesloten. Zij zeggen namelijk aanspraken te hebben op een deel van hetzelfde gebied in Labrador. Deze claim is echter door de regering van Newfoundland nooit erkend. Ook Inuit die niet aan de kust wonen, maar in plaatsen als Happy Valley-Goose Bay en North West River, voelen zich te kort gedaan. Het akkoord bepaalt dat Nunatsiavut alleen de traditionele Inuit-gebieden aan de kust zal beslaan. Dit houdt in dat de Inuit die niet in deze gebieden wonen alleen in beperkte mate aanspraak kunnen maken op regelingen uit het akkoord, tenzij zij zich in deze kustgebieden gaan vestigen. Deze opzet - waarbij de nieuwe regelingen alleen gelden voor de inheemse bevolking die woont binnen een beperkt en duidelijk omlijnd geografisch gebied - is tot nu toe inherent geweest aan alle eerdere akkoorden betreffende inheemse landclaims in Canada.

Innu
Ook de Innu uit Labrador hebben zo hun reserveringen ten aanzien van het bereikte akkoord. Hoewel premier Brian Tobin van Newfoundland en Labrador vindt dat er nu een gunstig precedent geschapen is voor een snel akkoord betreffende de landclaims van de Innu, vrezen de Innu met veel minder genoegen te moeten gaan nemen dan zij claimen. De Innu claimen in totaal 45% van Labrador. Iets meer dan 22% van het gebied waarover de Innu in onderhandeling zijn zal 'Innu Land' gaan heten en een gebied rondom de twee bestaande gemeenschappen Sheshatshit en Utshimassit (Davis Inlet) beslaan. In dit deel zouden de Innu over volledig zelfbestuur willen beschikken. De overige 23% van het gebied zou dan onder gemeenschappelijk bestuur komen te vallen van de Innu en de regeringen van Newfoundland en Canada. In dit gebied zou tevens het Mealy Mountain National Park gevestigd kunnen worden en het Lac Joseph-Atikonak Ecological Reserve. Daniel Ashini, Innu-onderhandelaar voor landrechten, wijst er op dat de omvang van het gebied dat nu aan de Inuit is toebedeeld vele malen kleiner is dan het gebied dat de Inuit in het verleden hebben bewoond en gebruikt. Bovendien, zo stelt hij, zal de regering te allen tijde een veto kunnen uitspreken in geval er verschil van mening bestaat over van het beheer van de jacht en de visserij in het gemeenschappelijk te beheren gebied. Voorts vindt hij het bedrag van 255 miljoen dollar aan de magere kant gezien de omvang van het gebied dat de Inuit traditioneel in gebruik hebben, maar in het kader van dit akkoord hebben opgegeven. Tenslotte merkt Ashini op dat ook de Innu aanspraken hebben op een deel van het gebied dat nu door de Labrador Inuit is geclaimd.

Internetsites:
Labrador Inuit Land Claims Agreement in Principle
Canadian Acrtic Resources Committee