Val, val!

Deze winter zendt het VPRO-radioprogramma Onvoltooid Verleden Tijd een serie uit over de Nederlandse walvisvaartgeschiedenis van verleden tot heden. Programmamaker Marnix Koolhaas zal daarin onder andere verslag doen van zijn bezoeken aan Groenland en Spitsbergen. Zo helpt hij op Spitsbergen een handje mee bij het onderzoek naar de resten van een Engels/Zeeuws walvisvaartstation in de Van Keulenfjord. Het onderzoek staat onder leiding van de Nederlandse professor Louwrens Hacquebord. Hun werkzaamheden worden opgeschrikt door een ijsbeer in het kamp. Een kleine kans dat Koolhaas Jan Mayen bereikt. Wel bezoekt hij in Nederland verschillende plaatsen waar iets van de walvisvaarthistorie is terug te vinden, zoals het graf van Commandeur Hidde Dirkszoon Kat op Ameland, die zich in 1777 gedwongen zag op Groenland te overwinteren. Ook staat Koolhaas stil bij de twintigste-eeuwse Nederlandse walvisvaart met de Willem Barents. Met dat schip zijn in de periode van 1946 tot en met 1964 niet minder dan 3.451 blauwe vinvissen, 18.768 gewone vinvissen, 455 noordse vinvissen, 1.300 bultruggen, 3.740 potvissen gevangen.

De coördinator van Arctic Peoples Alert, Govert de Groot reisde als gids mee langs de kust van West-Groenland. Hieronder zijn impressie.
Het is haast niet voor te stellen dat zo'n 300 jaar geleden er jaarlijks meer dan honderd Nederlandse walvisjagers en handelsschepen in de Groenlandse wateren tussen de ijsbergen lagen. De vele Nederlandse namen herinneren aan ons verleden. Het is indrukwekkend te zien wat de Nederlandse handels- en walvisvaart verder nog voor invloed heeft gehad op Groenland. Niet alleen leverden wij betere ijzeren ulo's (vrouwenmessen) dan de Denen, maar ook hebben wij in Groenland drank, arbeid en wapens geïntroduceerd. Dat zat de Denen niet lekker, ook niet dat wij de voorkeur aan de handel gaven en niet overgingen tot evangelisatie en kolonisatie van de Groenlanders.
Opmerkelijk waren de maatregelen die de Denen tegen de Nederlanders namen om hun handelsactiviteiten te breken. Daarbij werden zelfs een keer kanonskogels op de Nederlandse schepen afgeschoten. Ook werden er wel schepen opgebracht. Uiteindelijk kreeg Denemarken het monopolie, een positie waaruit de Koninklijke Groenlandse Handelsmaatschappij (KGH, nu KNI) is ontstaan. De KNI bestaat dit jaar 225 jaar (1774-1999) en heeft nog steeds een vrijwel sluitend handelsmonopolie op Groenland. Dit feit werd onder andere gevierd met een zeer discutabele autorace dwars over het eeuwige ijs van Groenland. De vraag is natuurlijk of de Groenlanders uiteindelijk beter af waren geweest met de Nederlanders als koloniserende natie.

Hans Egede
In 1721 bracht een Nederlandse loods de uit Bergen afkomstige missionaris Hans Egede in opdracht van de Deense koning aan wal op het eiland Håbets, vlak voor de kust van de huidige hoofdplaats Nuuk (Godthåb). Van daaruit begon Egede zijn kolonisering en evangelisatie van Groenland. In zijn bagage had hij een drie jaar eerder gepubliceerd boek van Lourens Feykes Haan, getiteld 'Beschryving van de Straat Davids, Benevens deszelven Inwooners, Zede, Gestalte, en Gewoonte, misgaders hunne Visvangst, en andere Handelingen. Als mede een kort en beknopt verhaal van de Westkust van de zelfde Straat, of andere Noord America genoemd'. De Nederlanders dreven toen al meer dan honderd jaar handel met de Groenlanders in Straat Davis en de walvisvaart was net een paar jaar gaande. Egede had heel wat met de Nederlanders te stellen, maar was ook van hen afhankelijk, bijvoorbeeld voor zijn bevoorrading. De Nederlanders kenden Håbets eigenlijk alleen van bezoeken in de zomermaanden. Het weer in de winter dwong Egede ertoe in 1728 zijn kolonie van het eiland te verhuizen naar de huidige plaats Nuuk. Zijn standbeeld is daar te vinden, uitkijkend over het fjord en ook zijn huis staat er nog. In het Nationaal Museum in Nuuk is niet veel terug te zien van de Nederlandse walvis- en handelsvaart. Dat zal in de toekomst veranderen. In Kopenhagen worden in Groenland opgegraven voorwerpen momenteel schoongemaakt en daarna teruggezonden. Dit gebeurt in het kader van het unieke teruggaveprogramma van Denemarken. Wel kun je in het Nuukse museum een 17de eeuwse kajak vinden die Gertie Nooter in 1982 aan Groenland heeft teruggegeven.

Platgebrand
Ten zuiden van het huidige Sisimiut (Holsteinsborg) lag een handelsplaats op het eilandje Nipisat. Ook hier handelden eerst de Nederlanders en daarna de Denen. De Deense nederzetting is door de Nederlanders tot twee maal toe platgebrand (in 1725 en in 1732).
Op het eilandje Zuidbay, ten noorden van het huidige Sisimiut, is na de verdrijving van de Nederlanders de Deense nederzetting Holsteinsborg gesticht. De gebouwen zijn in 1764 naar de huidige plaats verhuisd.
In Aasiaat (Egedesminde) gesticht in 1759 verhuisd in 1763 staan nog de kanonnen die daar waarschijnlijk indertijd uit angst voor de Nederlanders door de Deense marine zijn neergezet.
Op het eiland Disko ligt Liefde Bay (Qeqertarsuaq - Godhavn). De naam suggereert al wat hier tussen de Groenlanders en Nederlanders na een goede vangst en/of handel onder genot van veel jenever plaatsvonden. Verderop liggen de voor ons onbereikbare Fortuyn Bay en Vrouwen-eilanden. Sommige Groenlanders hebben op Disko waarschijnlijk nog wat Nederlands bloed. Ook in Qeqertarsuaq staan sinds 1775 de kanonnen uit angst voor de Nederlanders. Alleen waren de Denen vergeten de kanonnier mee te zenden. Om de Denen gunstig te stemmen en hun handel niet verder te belemmeren hebben de Nederlandse walvisvaarders in 1774 hier een goede daad verricht. De Groenlanders hadden een walvis gevangen. Die was ingepikt door de Engelsen. De Nederlanders zorgde ervoor dat deze weer bij de Groenlanders terecht kwam.

Zeeslag
Makkelijk Oud (Magduikitat - Jakobshavn - Ilulissat) bleek een plaats te zijn genoemd naar een door de Nederlanders verkeerd verstane Groenlandse plaatsnaam en niet een plaats waar je een goede levensavond hebt of gemakkelijk walvissen kan vangen. In het Groenlands betekent Magduikitat een plaats waar door plotselinge windverandering de ijsbergen de natuurlijke haven in worden gedreven, met alle risico's van dien voor de voor anker liggende schepen.
Hier vond op 2 juni 1739 tegen middernacht een zeeslag plaats tussen de Denen en Nederlanders. De kogels vlogen de baai over, terwijl de Groenlanders daar geboeid naar zaten te kijken. De Nederlanders hadden alleen musketten. Zij verloren de slag en de schepen werden uiteindelijk naar Kopenhagen opgebracht.
In Ilulissat vindt je ook het geboortehuis van de Groenlandse poolonderzoeker Knud Rasmussen, die in april 1933 Den Haag bezocht om in het Vredespaleis de belangen van Denemarken te verdedigen tegen een claim van Noorwegen dat ook meende aanspraken te kunnen maken op Groenland. De bioloog en latere Nobelprijswinnaar dr. Niko Tinbergen zat toen in Oost-Groenland waar Rasmussen hem drie maanden later heeft ontmoet tijdens opnamen voor de film 'Palo's Huwelijk'. Een nieuwe aanwinst van het Museon in Den Haag is de kinderkajak, die in de film is gebruikt.
In het museum in Ilulissat hangt een interessante stamboom van de Nederlander Jacob Geelmuyden die voor Hans Egede werkte. Met wat niet zuiver patriachale sprongen proberen ze aannemelijk te maken dat hij de voorvader van Knud Rasmussen en Fridjof Nansen geweest zou kunnen zijn.

Rode Bay
Vlak bij Ilulissat ligt Oqaatsut (Rode Bay). De vraag is of de naam nu komt van het vele bloed dat in de baai vrijkwam bij het slachten van de walvissen of van de rotsen die roodgekleurd waren door een korstmos. In Groenland is de walvisvangst streng geregeld. De Inuit hebben van de Internationale Walvisvaart Commissie een quota gewone walvissen gekregen. Helaas waren wij net te laat om de vangst te zien van een vinvis. Wel was er nog een lekkere maaltijd van het vlees in het restaurant te krijgen.
De Groenlanders hebben de toenmalige Nederlandse handelaars hier aardig beet gehad. Verkleed als Poul, de zoon van Hans Egede met een musket in de hand joeg een Groenlander de handelaars de stuipen op het lijf. Al hun handelsgoederen achterlatend vertrokken deze snel.
De reisorganisatie Greenland Tours Elke Meissner heeft in Rode Bay veel ten goede veranderd. Een aantal huizen is mede ten behoeve van het toerisme opgeknapt, zoals de oude KGH-winkel, die nu een restaurant is geworden. Hiervoor heeft Elke Meisner de Heidi Andersson 1998 Pilot Project Award van het Wereld Natuur Fonds gekregen, vanwege de geslaagde combinatie van toerisme-ontwikkeling en natuurbehoud in de Arctis.

Opmerkelijk is eigenlijk dat er nog geen boek bestaat dat een omvattend overzicht geeft van de geschiedenis van de Nederlandse handels- en walvisvaart en zijn invloed op Groenland.

Govert de Groot

Vanaf zondagmorgen 2 januari 2000 zendt de VPRO op Radio 1 tussen 10 en 12 uur de serie ¨Val, val!¨ uit, in het kader van het programma OVT.
Website: www.vpro.nl/ovt
De reisagent van Greenland Tours Elke Meissner in Nederland is: Beluga Adventures, M.L. Kinglaan 282, 1111 LP Diemen, tel. 020 4166230