Chanti-bezoek aan Den Haag

Govert de Groot
Op 15 maart 2000 brachten de Chanti Piotr Ozjelov en drie leden van 'Conflictvrij Noorden' - Vladimir Dmitriev, Aleksej Poertov en Boris Vdovin - een bezoek aan Den Haag. Zij werden begeleid door Fernand Dhondt van 'Horizon Projecten' in Boecholt, België. Conflictvrij Noorden, een Russische ngo uit Sint Petersburg en Horizon Projecten hebben samen een project opgezet dat beoogt de inheemse volken in het noorden van Rusland te integreren in traditionele en niet-traditionele economische activiteiten. Arctic Peoples Alert werkt samen met beide organisaties.

Eerst werd een bezoek gebracht aan de afdeling Internationaal Natuurbeheer van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Bij dit overleg was ook de voorzitter van het Interdepartementaal Arctisch Overleg van het ministerie van Buitenlandse Zaken aanwezig.
's Avonds was er een goed bezochte bijeenkomst in 'De Batterij', waar Ozjelov het publiek informeerde over de moeilijkheden waar zijn volk staat. Naast coördinator van het visverwerkingsproject in Oest Vojkary, waaraan Arctic Peoples Alert in december 1999 een bezoek bracht, is hij ook rendierhouder. Ozjelov vertelde dat hij volgens de traditie van de Chanti buiten in de vrieskou is geboren. 'Misschien klinkt dat hier wild, maar ik ben op de sneeuw ter wereld gekomen.' Tijdens de bevalling zat zijn moeder buiten voor de chum, de tent van takken en rendiervellen. Als zij dit niet zou doen zouden de geesten de baby mogelijk niet aanvaarden en het kind zwak blijven.
Werkloosheid, alcohol en armoede teisteren de Chanti sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Ozjelov heeft alleen de leren band die een man, naar zijn zeggen, vanaf de dag dat hij gaat lopen om zijn middel draagt, meegenomen naar het Westen. Aan de band hangen amuletten van rendierbotten, de nagels van een beer en een benen hart ten teken dat hij is getrouwd. In een leren zakje zit de slijpsteen voor zijn mes, dat in een schede aan de band steekt. Ozjelovs dikke pak van rendierhuiden bleef achter in zijn dorp aan de voet van het Oeralgebergte. Het dorp van Ozjelov is alleen over de rivier - per boot, of in de winter per auto of slee - te bereiken. Ozjelov houdt er rendieren, net als zijn grootvader en diens voorouders. De Sovjet-dictatuur maakte in de jaren dertig op een wrede manier een einde aan het eeuwenlange pact tussen mens en dier. In het kader van de collectivisatie dwong de staat de Chanti hun dieren aan 'kolchozen' (collectieve boerderij) af te staan en daar zelf te gaan werken. Ook de grootvader van Ozjelov verloor zijn kudde van duizend rendieren. 'Over compensatie voor de afgenomen dieren werd in die tijd niet gesproken', zegt Ozjelov, die zelf in een juridisch gevecht gewikkeld is om een vergoeding af te dwingen van het staatsbedrijf dat de dieren van zijn grootvader overnam. De rechten op de weidegronden waar de rendieren hun voedsel - in de winter korstmossen en 's zomers blaadjes - vinden, heeft hij al binnen. Toen na de val van het communisme de staatsbedrijven een stille dood stierven, waren de Chanti voor hun inkomen weer op zichzelf, en dus hun rendieren, aangewezen. Begin jaren negentig verliet Ozjelov de kolchoz en richtte hij met vijf families een verwantschapsgemeenschap op om samen rendieren te houden en vis te verwerken. 'Het was niet voordelig om in de kolchozen te blijven werken, en individueel werken is ook niet praktisch. Het transport is moeilijk en het is goedkoper om met verwanten iets te ondernemen. Het rendierhouden bleek echter nauwelijks winstgevend', zegt Ozjelov. 'Om het familiebudget aan te vullen leek het nuttig om vis te gaan verwerken.' De gemeenschap van Ozjelov kreeg met de hulp van de Belgische organisatie Horizon Projecten de mogelijkheid een visverwerkend bedrijf op te zetten. Doel van het pilotproject is de jongeren van de straat en van de wodka af te houden en hen een inkomen te verschaffen.

(Deels gebaseerd op de rubriek 'Passanten' in De Volkskrant van 6-4-2000).
De avond werd afgesloten met de première van de Horizon-video 'Inheemse volkeren in Siberië - Zullen de Chanten cultureel overleven?'