Regering biedt handvat voor proces
Notitie Inheemse Volken naar de Kamer
De ministers Kooijmans van Buitenlandse Zaken en Pronk van Ontwikkelingssamenwerking hebben de Tweede Kamer op 29 maart een notitie gestuurd over het beleid inzake inheemse volken.
De bewindslieden reageren in deze notitie op twee adviezen die op verzoek van
de regering met betrekking tot de problematiek van inheemse volken recentelijk
zijn verschenen. Het gaat daarbij om het advies van de Adviescommissie
Mensenrechten Buitenlands Beleid (ACM) over de specifieke rechten van inheemse
volken, en om een advies van de Nationale Adviesraad Ontwikkelingssamenwerking
(NAR) over de problematiek van inheemse volken in het kader van de
ontwikkelingssamenwerking.
De Innu Steungroep heeft de Tweede Kamer gevraagd
om een breed debat over de notitie 'Inheemse Volken in het Buitenlands Beleid en
in de Ontwikkelingssamenwerking'. Het betreft hier namelijk niet alleen een
onderwerp inzake de ontwikkelingssamenwerking, het gaat hier ook om het beleid
van buitenlandse zaken, defensie, milieu, economische en sociale zaken.
Innu
Het beleid van de Nederlandse regering met betrekking tot inheemse
volken blijft op enkele belangrijke punten steken in goede voornemens. De
historische notitie over inheemse volken biedt, na eerdere algemeen aangenomen
moties zoals bijvoorbeeld naar aanleiding van het Vierde Russell Tribunaal over
de Rechten van de Indianen in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika in 1981, de kans
om het Nederlands beleid inzake inheemse volken daadwerkelijk invulling te
geven.
De regering richt zich in haar notitie praktisch uitsluitend op
inheemse volken in de zogeheten ontwikkelingslanden. Volken als de Koerden, de
Maori, de Molukken, de Friezen, de Innu, Papua-volken blijven buiten beeld.
Daarnaast spreekt de regering zich niet duidelijk uit over het door sommige
Indiaanse en andere inheemse volken geclaimde recht op zelfbeschikking en
soevereiniteit, en over de schending van verdragen die met inheemse volken
gesloten zijn.
Als er één voorbeeld is waar de Nederlandse regering direct de
rechten van een inheems volk schendt, is dat wel in het geval van de Innu. Deze
beleidsnotitie zou tot de conclusie moeten leiden dat de laagvliegoefeningen
boven de Innu met onmiddellijke ingang dienen te worden gestopt. Maar over de
Innu of andere 'Indiaanse' volken in Noord-Amerika wordt met geen woord gerept.
Bevriende naties als Canada en de Verenigde Staten zouden we juist de waarheid
moeten kunnen zeggen.
Ook noemt de regering niet of zij op korte termijn wil
bevorderen dat er een Universele Verklaring van de Rechten van de Inheemse
Volken komt. Welke financiële middelen de regering ter beschikking stelt wordt
ook niet genoemd. Groen Links heeft dan ook onder andere de vraag gesteld: "Zou
Nederland de erkenning van de houding van respect voor `de aarde' bij inheemse
volken niet concreet moeten vertalen in het onmiddellijk stopzetten van de
laagvliegoefeningen boven de gronden van de Innu in Canada?". Het lijkt wel of
de regering in dit VN-jaar voor inheemse volken wil scoren zonder daadwerkelijk
consequenties te trekken uit haar beleid. Echter, inheemse volken kunnen niet zo
lang wachten.
De notitie geeft ons natuurlijk wel een extra handvat voor de rechtszaak.
Immers, hiermee kunnen we aantonen dat de intentie van de regering is de rechten
van de Innu te waarborgen. Nu nog de daden.