Regering antwoordt op Kamervraag:
Onbewoond
De Tweede-Kamercommissie voor Ontwikkelingssamenwerking heeft naar aanleiding van de regeringsnotitie `Inheemse Volken in het Buitenlandse Beleid en in de Ontwikkelingssamenwerking' vragen gesteld.
Vraag 33a luidt: "Zou Nederland de erkenning van `de houding van respect voor
`de aarde'"bij inheemse volken niet concreet moeten vertalen in het
onmiddellijk stopzetten van laagvliegoefeningen boven de gronden van de Innu in
Canada?"De regering antwoordde hierop: "Naar het oordeel van de Regering dient
onder alle omstandigheden overlast van laagvliegoefeningen, waar ook ter wereld,
te worden beperkt. De laagvliegtrainingen van de Koninklijke Luchtmacht in
Canada worden vanaf de basis Goose Bay (Labrador) gehouden. Nederland en Canada
hebben hierover in 1986 een overeenkomst gesloten. Het aantal vluchten en de
voorwaarden waaronder de vluchten van de Nederlandse F-16's worden uitgevoerd,
worden ieder jaar met de Canadese autoriteiten afgestemd. Aangezien de
laagvliegtrainingen slechts plaatsvinden boven onbewoonde gebieden en in de
vluchtplanning zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met verplaatsingen van de
inheemse bevolking naar bepaalde jachtgebieden, is er geen sprake van
ontoelaatbare overlast en ziet de regering derhalve geen redenen gevolg te geven
aan de in deze vraag gedane suggestie".
De Innu Steungroep heeft de Kamer
laten weten dat het zeker niet aangaat om het gebied waar de Nederlandse
laagvliegoefeningen in Canada worden gehouden als onbewoond te beschouwen.
Op
voorstel van de Steungroep heeft de Kamercommissie besloten het mondeling
overleg met de ministers uit te stellen totdat in Amsterdam het congres `Voices
of the Earth. Indigenous Peoples, new partners, the right to self-determination
in practice' op 10 en 11 november heeft
plaatsgevonden.