De zg Groenlandse Eskimo in het Westfries Museum te Hoorn

Brief aan College van Burgemeester en Wethouders
Gemeente Hoorn

Betreft: uitkomst onderzoek 'menselijke resten' in het Westfries Museum.

Den Haag, 5 april 2001

Geachte mevrouw, mijnheer,

Zoals u bekend heeft onze organisatie, Arctic Peoples Alert, zich er sinds juli 1998 voor ingezet dat de menselijke resten in het Westfries Museum, die toegeschreven werden aan een Inuk, 'teruggegeven' zouden worden aan Groenland. Wij hebben deze inspanning verricht op verzoek van de Groenlandse overheid.

Naar aanleiding van het advies van de Commissie Museale Gedragslijn, hebben wij in een adres aan u (d.d. 20 maart 2000) ter overweging gegeven dat het ons inziens wenselijk zou zijn dat er een onafhankelijk DNA-onderzoek naar de herkomst van de resten zou worden uitgevoerd.

Op 11 juli 2000 besloot de Hoornse gemeenteraad, conform het advies van de Beheerscommissie van het Westfries Museum van 27 maart 2000, dat de menselijke resten aan Groenland teruggegeven zouden moeten worden als een DNA-onderzoek zou uitwijzen dat ze daar inderdaad vandaan komen.

Inmiddels zijn de resultaten bekend geworden van een uitgebreid DNA- en isotopenonderzoek dat dr Niels Lynnerup van het Panum Instituut in Kopenhagen heeft verricht. Terwijl het DNA-onderzoek niets heeft opgeleverd, blijkt uit verder onderzoek dat de resten om twee redenen niet van een Groenlander afkomstig kunnen zijn:

- in een oor is een perforatie gevonden; het aanbrengen van een dergelijke 'piercing' was in het Groenland van tweeëneenhalve eeuw geleden ongebruikelijk.

- (de belangrijkste conclusie): uit een isotopenonderzoek blijkt dat het dieet van de man niet overwegend uit zeevoedsel te hebben bestaan, hetgeen betekent dat hij onmogelijk in Groenland kan zijn opgegroeid.

Voor ons kwam deze conclusie als een verrassing. Het feit dat de 'mummie' naast (en in het verleden in) de West-Groenlandse kajak werd geëxposeerd, plus de informatie die in toelichtende teksten werd verschaft, wekten immers de indruk dat het de resten van een Inuk betrof. Het Deense onderzoek, dat in opdracht en op kosten van de Groenlandse regering is verricht, heeft nu aangetoond dat dit niet het geval is. Niettemin blijft het een raadsel waar de resten dan wel vandaan komen.

Wij vertrouwen erop dat het Westfries Museum gevolg geeft aan het verzoek van de Groenlandse regering dat de menselijke resten in het vervolg niet meer met Groenland in verband worden gebracht.

De balans opmakend, kunnen we zeggen dat de hele kwestie tenminste dit winstpunt heeft opgeleverd, dat er in de Nederlandse museumwereld eindelijk een fundamentele discussie op gang is gekomen over de wenselijkheid en haalbaarheid van repatriëring van cultureel erfgoed en menselijke resten.

Omdat er nu geen sprake meer is van een arctische kwestie en de Groenlandse regering de zaak heeft afgerond, is hiermee voor Arctic Peoples Alert dit hoofdstuk afgesloten. Onze aandacht zal zich nu weer volledig kunnen richten op contemporaine aangelegenheden betreffende het Arctisch gebied en zijn bewoners.

Hoogachtend,

Govert de Groot,
Arctic Peoples Alert

www.arctica.nl

Bijlage: persbericht 29 maart 2001

cc:
De Commissie van Beheer van het Westfries Museum,
Westfries Museum, t.a.v. directeur R.J. Spruit,
De Nederlandse Museumvereniging, t.a.v. mevr. A. Vels Heijn,
De Commissie Museale Gedragslijn, t.a.v. de heer H. Leyten,
Deense ambassadeur, e.a.

Naar index

Dagblad voor Westfriesland, 30 maart, 2001

DNA-test: mummie in Hoorn niet van eskimo
Van onze verslaggever
HOORN - Na jaren van commotie rond de menselijke resten van een Inuk in het Westfries Museum zijn Deense onderzoekers tot een ontnuchterende conclusie gekomen: 'IJsbrand', de Hoornse eskimo, is géén eskimo en komt ook niet uit Groenland.
Uit DNA-onderzoek in Kopenhagen is gebleken dat de mummie uit vermoedelijk 1750 bestaat uit het omhulsel van een man wiens dagelijks voedsel niet overwegend uit vis of zeehond bestond. Hij kan dus geen inwoner van Groenland zijn geweest, zoals eerder werd verondersteld. Groenland wil de mummie al sinds 1997 terug.

Piercing is einde van ophef over kayakmummie
Van onze verslaggever

HOORN - Het DNA-onderzoek van de monsters die vorig jaar van de 'mummie' in het Westfries Museum zijn afgenomen, hebben twee opzienbarende feiten aan het licht gebracht. Het gaat niet om een eskimo. En de persoon in kwestie heeft ooit in een van de oren een piercing gehad.

De eerste bevinding maakt een einde aan de ophef die in Groenlandse kringen is gemaakt over het lot van de vermeende landgenoot. De tweede vondst verrast ook het Westfries Museum. Het museum heeft de lugubere aanwinst ooit uit de collectie van chirurgijnskamer van Hoorn gekregen. Hoornse walvisvaarders hebben de man met poolkleding en een kayak meegenomen naar de thuishaven en daar hebben de chirurgijns de restanten opgezet. Ruim tien jaar geleden nam de Groenlandse vertegenwoordiger bij de EG in Brussel, Finn Lynge, een kijkje in het museum. Hij herkende onmiddellijk de technische kenmerken van het vaartuig als West-Groenlands. Dat leidde tot de veronderstelling dat de vaag herkenbare menselijke resten ook uit die buurt moeten zijn gekomen.
Vorig jaar nam onderzoeker Niels Lynnerup uit Kopenhagen enkele monsters mee voor onderzoek. Uiteindelijk kwam hij met het bewijs dat de persoon bepaald geen echte viseter is geweest. Een Groenlandse Inuk zou zeker drie eeuwen geleden hebben geleefd op een dieet van vis en zeehondenvlees. Die vondst maakte abrupt een einde aan de indruk alsof het hier om een mummie van een eskimo zou gaan.
Het tweede bewijs is het feit, dat de man ooit een metalen piercing door een oorlel heeft gehad. Aangenomen dat het hier om de restanten van een man gaat uit de periode van de walvisvaart, dan kan het evenmin een eskimo zijn: die lieten in die tijd geen gaatjes in de oren maken voor dit doel.
De vondst heeft de Haagse groep Arctic Peoples Alert bijzonder verrast. Volgens woordvoerder G. de Groot zal ook de Groenlandse regering opgelucht zijn: herhaaldelijk werd geprotesteerd tegen de 'weinig respectvolle' manier waarop de resten werden geëxposeerd. Het Hoornse gemeentebestuur heeft nog geen reactie kunnen geven. De Hoornse wethouder J. Schaper heeft de brief met het onderzoeksrapport dat de Deense ambassadeur J. Ritter namens Groenland aan de gemeente heeft gestuurd, gisteren in handen gegeven van voorzitter M. Bult van de beheerscommissie van het Westfries Museum. ,,Die moet nu maar beoordelen hoe het verder moet.''

Naar index

Dagblad van Westfriesland zaterdag 22 juli 2000

Groenlander Finn Lynge pleit voor teruggave Hoornse Inuk

'Mummie eskimo is geen zielloos ding'

Van onze verslaggever MARTIN MENGER

HOORN/KOPENHAGEN - Kan de aanblik van enkele stukken aan elkaar genaaid leer van menselijke huid sterke emoties oproepen? Bij Finn Lynge wel. Als geboren en getogen Groenlander komt hij uit de streek van waar de Hoornse mummie 'IJsbrand' waarschijnlijk ook komt. ,,In mijn land doe je dat niet, iemand in stukjes op deze bijna achteloze manier laten zien. Daar ben je van nature heel terughoudend in. Daarom willen we ook terug.''

Lynge is al enkele jaren betrokken bij de pogingen om de menselijke resten die in het Westfries Museum in Hoorn liggen, terug te halen naar het land van ijs, ijs en nog eens ijs. Het officiële verzoek daartoe is twee jaar geleden door de Groenlandse regering gedaan. Maar Lynge heeft als lid van de autonomie-commissie van de staat Groenland, voormalig lid van het Europees Parlement en als adviseur van de eilandregering ook wat toe te voegen aan de pleidooien. ,,Uit alles blijkt dat er een enorm cultuurverschil is tussen onze landen.''
Niemand weet nog precies waar de resten vandaan komen die al ruim honderd jaar in het bezit van het Westfries Museum zijn. Ze behoren toe aan een eskimo of Inuk, vermoedelijk rond 1700 meegenomen door walvisvaarders en naar Hoorn gebracht. Niemand kan meer achterhalen hoe dat precies is gegaan. Is de eskimojager gedood? Bevroren op zee en toevallig ontdekt en aan boord genomen?

Trofee
,,Wij denken dat hij is meegenomen en gedood'', stelt Finn Lynge. ,,De walvisvaarders hebben hem als een trofee meegenomen en in Hoorn is gewoon opgezet. Als een dier. Dat is voor de mensen in Groenland echt een regelrechte belediging. Dat wordt daar heel anders ervaren dan hier. Wanneer iemand op die manier zo ver van huis is gekomen, dan hoor je hem weer op zijn eigen land te begraven.'' Lynge is zelf afkomstig van de westkust.
,,Mijn vader was de laatste zeehondenjager die nog met een kayak op zee ging'', vertelt hij. ,,In Groenland heeft elk district een eigen manier van kayak bouwen. Dat onderscheid leer je van jongs af aan te maken. Toen ik in 1993 in Nederland was, wilde ik graag de mummie zien in Hoorn. Want wij wisten van het bestaan af. Maar toen ik er was, waren de resten opgeborgen en niet te zien. Maar de kayak lag er wel. En die is echt van het district rond Nuuk. Dat herken je zo.''

Hand
Lynge meende op de kayak ook een handschoen te zien. ,,Ik vond het wat vreemd, omdat 'ie zo klein was. Totdat me werd verteld dat het de huid van de hand was, die bij de arm hoorde van de eskimo. Een arm met een hand! Dat roept diepe emoties op, omdat het iemand van mijn land is. Dat weet ik wel zeker. Ik zal dat moment nooit vergeten. Wat je dan voelt, is een plicht om die persoon weer terug te brengen naar de plek waar hij thuis hoort. In Groenland.''
Lynge weet ook van de mummies af die het Nationaal Museum in Groenland in de collectie heeft. In Hoorn gaf juist dat verbazing: tentoonstellen in Hoorn mag niet, en in Groenland wel? ,,Toch is dat een heel andere invalshoek'', is zijn commentaar. ,,Ik weet nog dat ze gevonden werden, dat toen het overgrote deel van de mensen vond dat de mummies na de vondst weer moesten worden teruggezet of begraven. We hebben heel veel mummies gevonden in Groenland. Vroeger brachten de mensen de doden naar de bergen en stapelden er stenen op. Zo werden de overledenen vaak vanzelf een mummie.''
,,De mummies die in 1972 zijn gevonden, waren zeker vijf eeuwen oud en uniek. Want zij kwamen uit de tijd dat ze nog geen blanken kenden in Groenland. Uiteindelijk gaf de regering de doorslag en werden ze meegenomen voor onderzoek. Want de wetenschappers wilden alles weten over de kleren, de maaginhoud. En we konden meten of de zuivere eskimo's van die tijd ook al besmet waren met zware metalen. Alleen daarom al zijn ze bewaard gebleven en in het museum geconserveerd.''
,,Het verschil? -Deze mummies zijn in Groenland gebleven. Ze staan in een hele aparte ruimte van het museum en uit alles blijkt dat men terughoudend is om ze zomaar te laten zien. Hier krijgen de doden respect. Maar in Nederland gaat dat heel anders. Wij gaan ervanuit dat de jager ontvoerd is, meegenomen. Zijn geest hoort in de ogen van veel Groenlanders hier.''
,,Als ik dan hoor dat het Westfries Museum een deel van de arm weer heeft uitgeleend aan een museum ergens anders, dan zegt dat eigenlijk wel genoeg. Voor ons kan dat eenvoudig niet, het is ondenkbaar. Ik denk dat dat de grote culturele kloof is tussen Nederland en Groenland. Ik kan niet wachten todat het DNA-onderzoek in Kopenhagen af is.''

Naar index

Museumvisie - reactie op Visie 2000/2 - 31 juli

In zijn artikel 'Laat de botjes spreken!' (Museumvisie 2000-2) komt Ewald Vanvugt terug op de tentoonstelling 'Botje bij botje' in de Rotterdamse Kunsthal, waar hij in 1998 als gast-conservator bij betrokken was. De mensenrechtenorganisatie Arctic Peoples Alert heeft indertijd uit naam van Groenland bezwaar aangetekend tegen het feit dat op deze expositie ook een deel van de gelooide huid te zien was van vermoedelijk een Inuk-man uit Groenland. De kwestie leidde tot een heuse media- affaire, zoals Vanvugt ook memoreert. In zijn weergave van die affaire vertekent hij ons inziens echter herhaaldelijk de feiten en bedient hij zich bovendien van een tendentieuze argumentatie.
Vanvugt doet het bijvoorbeeld voorkomen alsof de 'actiegroep' Arctic Peoples Alert (als je tegenwoordig een organisatie wilt diskwalificeren noem je haar een 'actiegroep') pas ten tijde van de expositie in de Kunsthal had ontdekt dat het Westfries Museum in Hoorn de gelooide huid van een Groenlander bezit. Door die voorstelling van zaken ontstaat een beeld alsof Arctic Peoples Alert zich pas toen, louter uit publiciteitsbejag, met de zaak is gaan bemoeien. De werkelijkheid is echter anders. Reeds in 1980 werden wij geïnformeerd over de aanwezigheid van menselijke resten uit Groenland in het Westfries Museum. In hetzelfde jaar hebben ook Groenlanders de resten bekeken. In 1993 bezocht de Groenlander Finn Lynge tezamen met ondergetekende het Westfries Museum. Lynge, die thans beleidsambtenaar van de Groenlandse regering is, was in Nederland om in Amsterdam een congres over het recht op zelfbeschikking van inheemse volken bij te wonen. Op dat moment wist hij al enige jaren van het bestaan van de Inuk-''mummie'' af. De resten waren op dat moment echter opgeborgen en niet te zien. Wel was er een Groenlandse kajak geëxposeerd. Bij de kajak lag iets dat leek op een kajakhandschoen, maar tot zijn schrik kreeg Lynge te horen dat het de huid van een hand betrof die bij de Inuk hoorde. Naar die ervaring gevraagd, gaf Lynge recent aan het Westfries Dagblad het volgende commentaar: ''Een arm met een hand! Dat roept diepe emoties op, omdat het iemand van mijn land is. Dat weet ik wel zeker. Ik zal dat moment nooit verge- ten. Wat je dan voelt, is een plicht om die persoon weer terug te brengen naar de plek waar hij thuis hoort. In Groenland.''
Tijdens de Inuit Circumpolar Conference in juli 1998 verzochten de Groenlandse autoriteiten Arctic Peoples Alert om in Nederland na te gaan of er bereidheid bestond de Inuk-resten aan Groenland terug te schenken. Begin september van hetzelfde jaar nam Arctic Peoples Alert zich voor om in samenwerking met het Museon met een brede delegatie het Westfries Museum te bezoeken en in alle rust de wenselijkheid, respectievelijk de haalbaarheid, te bespreken van het begraven in Groenlandse bodem van de resten van de Inuit-man. De delegatie zou onder anderen bestaan uit de ambassadeur van Groenland bij de EU. De afspraak werd echter afgezegd nadat de directeur van het museum, Ruud Spruit - tot onze verrassing en ontsteltenis - te kennen had gegeven dat ''de eskimo'' inmiddels al was uitgeleend aan de tentoonstelling 'Botje bij botje' in de Kunsthal te Rotterdam. Spruit ging niet in op een oproep van onder andere conservator Peter Bettenhaussen van het Museon om de resten alsnog uit de tentoonstelling terug te trekken. Daarop vroeg Emil Rosing, directeur van het Groenlands Nationaal Museum en Archieven, aan Arctic Peoples Alert om in de kwestie te bemiddelen. Aangezien de Kunsthal en het Westfries Museum volhardden in hun weigering de menselijke resten uit de Rotterdamse tentoonstelling te verwijderen, tekende de minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken, op verzoek van de Groenlandse minister-president en via de Deense ambassadeur in Den Haag, bezwaar aan bij de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken. Nadat de tentoonstelling was afgelopen heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken de Deense ambassadeur laten weten dat de kwestie uiteindelijk een aangelegenheid is van de Gemeente Hoorn. Inmiddels heeft de gemeenteraad van Hoorn besloten dat de resten van de Inuk aan Groenland moeten worden teruggegeven, als een DNA-test heeft uitgewezen dat de resten ook daadwerkelijk van een Groenlander afkomstig zijn en mits hij in Groenland zal worden begraven.

In Vanvugts lezing van de affaire moesten de resten onverwijld naar huis om ''Blut und Boden-gevoelens in Groenland te gaan hooghouden: sommigen menen dat de 'ziel' van het individu en van het hele Inuitvolk verstoord zal blijven zolang de dode niet in zijn geboortegrond rust.'' Het verband dat Vanvugt hier legt met Blut und Boden-gevoelens is niet alleen misplaatst, maar ook uitermate suggestief. Misplaatst, omdat het verzoek om teruggave voortkomt uit respect voor de doden, en niet uit een behoefte een mythische link te leggen tussen de aard en de geografische oorsprong van ''het Groenlandse volk''. Suggestief, omdat Vanvugts vergelijking het Groenlandse verzoek op een kwalijke manier associeert met nazistische drijfveren. Vanvugt wekt voorts de suggestie dat de ziel van het hele Inuitvolk verstoord zal blijven, maar voor zo ver ons bekend heeft geen Groenlander zich nog in dat soort overtrokken termen uitgelaten. De gastconservator van Botje bij botje blijkt heel goed te weten hoe de prioriteiten liggen in landen die om restitutie van cultuurgoederen uit Europese musea vragen. ''De meeste museumstukken met menselijke resten komen'', zo schrijft hij, ''uit landen waar helaas veel zaken dringender aandacht vragen dan de teruggave van botten.'' Maar wie is Vanvugt om voor anderen te bepalen welke zaken meer en welke minder dringend zijn? Elders in Museumvisie legt Harrie Leyten, lid van de Commissie Museale Gedragslijn, helder uit waarom ''teruggave van botten'' een dringende kwestie kan zijn. Overal in de wereld wordt het recht van de doden om met rust gelaten te worden, gerespecteerd, aldus Leyten. ''Grafschennis wordt gezien als een misdaad tegen de menselijkheid. Steeds sterker klinkt de overtuiging onder ethici dat de wijze waarop in het verleden menselijke resten van 'primitieve' mensen door westerse soldaten, avonturiers en wetenschappers opgegraven, ontvoerd en meegenomen zijn een schending zijn geweest van fundamentele rechten van de mens. De noodzakelijke volgende stap is de openlijke erkenning van dit onrecht en het ondernemen van stappen om het kwaad voor zover mogelijk te herstellen.'' Leyten concludeert geheel terecht dat ''iedere cultuur of samenleving het onvervreemdbare recht heeft om zelf te bepalen op welke wijze hij elders in de wereld gepresenteerd wenst te worden en op welke wijze mensen en musea omgaan met zijn cultureel erfgoed.'' Dat is ook voor Arctic Peoples Alert de kern van de zaak.
Verderop in zijn artikel bedient Vanvugt zich opnieuw van een hyperbool om zijn argument kracht bij te zetten: ''...als hij [''de Groenlander''] naar huis mag, waarom dan ook niet de Egyptische mummies, de kale schedels van Dajaks, de korwars van Papoea's, de gekrompen hoofdjes van Braziliaanse Jibaro-Indianen en anderen? En als de exotische menselijke resten uit de musea moeten of mogen vertrekken, waarom dan niet hun mantels, sandalen, kano, maskers, schilden?'' Vanvugt vreest dat de Europese volkenkundige musea zouden leegstromen. Maar los van de vraag of restitutie van de resten aan Groenland daadwerkelijk tot een dergelijke kettingreactie zou leiden, is dit een oneigenlijk argument. De Groenlanders vragen immers niets meer en niets minder dan dat de menselijke resten worden teruggeven. En dat verzoek verdient het om op zijn eigen merites te worden beoordeeld. Nogmaals Finn Lynge: ''De walvisvaarders hebben hem als een trofee meegenomen en in Hoorn gewoon opgezet. Als een dier. Dat is voor de mensen in Groenland echt een regelrechte belediging.''

Ons inziens heeft de affaire pijnlijk duidelijk gemaakt dat het ten enen male ontbreekt aan een heldere nationale of Europese regelgeving inzake de teruggave van cultureel erfgoed en menselijke resten.

Arctic Peoples Alert

Naar index

Reactie op het artikel ''Het begint met het terugsturen van een Eskimo'' van Sander Becker, dat op 29 augustus in Trouw 'De Verdieping' verscheen.

''Als je eenmaal met uitdelen begint, kun je aan de gang blijven!'' aldus de Hoornse museumdirecteur Ruud Spruit over het dreigende verlies van zijn ''Eskimo-mummie'' aan Groenland. In de discussie over het teruggeven aan het land van herkomst van uitheemse menselijke resten durft hij, aldus Sander Becker in de Verdieping van 29 augustus, wél stelling te nemen.
Een gewaagde stellingname? Veel gedurfder zou zijn als Spruit het lef had de behoudzucht die de meeste musea eigen is opzij te zetten en tegemoet te komen aan het indringende Groenlandse verzoek om teruggave van de resten.
Waar gaat het in deze kwestie om? In het Westfries Museum staan sinds jaar en dag de kajak en een deel van de gelooide en opgezette huid van een Inuit ('Eskimo') jager in een vitrine tentoongesteld.
In november 1998 verzocht Groenland formeel om teruggave van haar cultureel erfgoed. ''Welbeschouwd stelt de Eskimo weinig voor'', stelt Becker schamper vast: ''een los handje, wat lapjes romphuid en een schamel beetje hoofdhuid met twee oortjes eraan.'' ''Is dat alle ophef wel waard?'' legt hij de museumdirecteur retorisch voor. ''Nauwelijks,'' antwoordt deze.

Het is een tekenende uiting van gebrek aan respect voor de menselijke overblijfselen. Eerder verklaarde Spruit met een vrolijke kwinkslag dat hij de 'mummie' de naam 'IJsbrand' geeft ''want hij komt van het ijs en hij is een brandende kwestie geworden''.
Becker besteedt nog geen zin van zijn zes-koloms artikel aan de gevoelens die in Groenland leven over de expositie in Nederland van de resten gelooide en opgezette menselijke huid.
De Groenlander Finn Lynge komt uit de streek waarvandaan de resten waarschijnlijk afkomstig zijn. Als toenmalig lid van het Europees Parlement en EU-ambassadeur voor Groenland woonde hij in 1993 in Amsterdam een congres bij over het recht op zelfbeschikking van inheemse volken. Tijdens die gelegenheid wilde hij graag de Inuit-resten in Hoorn zien, waarover hij tot dan toe alleen nog maar had gehoord. Tegenover Martin Menger van het Noordhollands Dagblad vertelde hij recent over die ervaring. Op dat moment waren de resten opgeborgen en niet te zien. De kajak lag er wel. Lynge dacht dat hij een handschoen op de kajak zag liggen. ''Ik vond het wat vreemd, omdat 'ie zo klein was. Totdat me werd verteld dat het de huid van de hand was, die bij de arm hoorde van de eskimo. Een arm met een hand! Dat roept diepe emoties op, omdat het iemand van mijn land is. Dat weet ik wel zeker. Ik zal dat moment nooit vergeten. Wat je dan voelt is een plicht die persoon weer terug te brengen naar de plek waar hij thuishoort. In Groenland.''

Zoals Becker in zijn artikel aangeeft, heeft de Nederlandse Museumvereniging naar aanleiding van de kwestie een gedragslijn opgesteld die adviseert om menselijke resten pas terug te geven als er levende nazaten zijn. De Hoornse gemeenteraad heeft die voorwaarde echter terecht niet overgenomen en besloten dat de Inuit aan Groenland kan worden teruggegeven, indien middels een DNA-test kan worden aangetoond dat de menselijke resten van Groenlandse herkomst zijn. Met dat besluit toont de raad respect voor de Groenlandse gevoelens en loopt zij in de pas met het ruimhartige teruggavebeleid zoals dat inmiddels in landen als Canada, de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland is ontwikkeld. Spruit maakt daar een karikatuur van door te suggereren dat in Amerika lichamelijke resten 'ritueel' worden begraven, ''kunstschatten als gebruiksvoorwerpen worden behandeld'', en ''veel schatten in de handel terechtkomen''. Er zullen zich beslist incidenten hebben voorgedaan, maar in de meeste gevallen zijn de betrokken inheemse volken uiterst consciëntieus met het aan hen teruggegeven erfgoed omgegaan. Het is dan ook zeker niet zo dat de gehele Amerikaanse museumwereld - in Spruits woorden - ''gruwt van dit grootschalige 'uitwissen van de geschiedenis''.
In het artikel in De Verdieping verklaart Ruud Spruit heel stellig dat ''de mummie op een fatsoenlijke manier verworven is''. Daar kijkt Finn Lynge heel anders tegen aan: ''Wij denken dat hij is meegenomen en gedood. De walvisvaarders hebben hem als een trofee meegenomen en in Hoorn is hij gewoon opgezet. Als een dier. Dat is voor de mensen in Groenland een regelrechte belediging. Dat wordt daar heel anders ervaren dan hier. Wanneer iemand op die manier zo ver van huis is gekomen, dan hoor je hem weer op zijn eigen land te begraven.''

Tenslotte nog iets over Spruits ''sterkste troef'', het bericht in het Noordhollands Dagblad dat er in Groenlandse musea acht complete Eskimo's staan opgesteld. Spruit: ''Kennelijk is het argument van de verstoorde zielenrust in hun eigen land dus niet van toepassing.'' In dezelfde provinciale krant had Spruit kunnen lezen hoe Finn Lynge - in het eerder genoemde artikel van Martin Menger - het fundamentele onderscheid uiteen zet: ''Het verschil? - Deze mummies zijn in Groenland gebleven. Ze staan in een aparte ruimte van het museum en uit alles blijkt dat men terughoudend is om ze zomaar te laten zien. Hier krijgen de doden respect. Maar in Nederland gaat dat heel anders. Wij gaan er van uit dat de jager ontvoerd is, meegenomen. Zijn geest hoort in de ogen van veel Groenlanders hier. Als ik dan hoor dat het Westfries Museum een deel van de arm weer heeft uitgeleend aan een museum ergens anders [Natuurhistorisch Museum Maastricht], dan zegt dat eigenlijk wel genoeg. Voor ons kan dat eenvoudig niet, het is ondenkbaar. Ik denk dat dat de grote culturele kloof is tussen Nederland en Groenland.''

Het Groenlandse verzoek om teruggave ligt er inmiddels al anderhalf jaar. Het feit dat deze grievende affaire zich maar eindeloos voort lijkt te rekken is een pijnlijke illustratie en consequentie van het feit dat het nog steeds ontbreekt aan een heldere nationale of Europese regelgeving inzake teruggave van cultureel erfgoed en menselijke resten.

Govert de Groot en Jan van Boeckel
Arctic Peoples Alert

Sinds juli 1998 bemiddelt Arctic Peoples Alert voor Groenland in deze kwestie.

Naar index

In het NRC Handelsblad van 29 augustus komt de directeur van het Westfries Museum, Ruud Spruit terug op het artikel 'Mummie blijkt ongemakkelijk bezit' van Deedee Derksen, dat op 20 juli in uw krant verscheen.

In zijn ingezonden brief, getiteld 'Ophef over eskimo is raar', geeft Ruud Spruit, directeur van het Westfries Museum te Hoorn, zijn visie op de vraag of de menselijke resten die hij in zijn beheer heeft, terugmoeten naar Groenland. 'De zaken moeten blijven waar ze zijn,' vindt hij. Die stellingname onderbouwt hij op een weinig fraaie manier. Eerst stigmatiseert hij degenen die vinden dat de Inuit-resten terugmoeten naar het land van herkomst als opdringerige actievoerders. Vervolgens bagatelliseert hij de kwestie door te spreken van een 'klucht rond de eskimo'. Even later slaat hij aan het psychologiseren door te suggereren dat mensen die het niet met hem eens zijn 'een soort post-koloniaal schuldgevoel' parten speelt. Tenslotte sleept hij ook nog een onzuiver argument in de discussie door aan te voeren dat andere landen met aanspraak op museumvoorwerpen in het Westen de zaak 'met argusogen volgen', en dat mogelijk een 'massale uitdeling van objecten' aanstaande zou zijn.
Als organisatie die opkomt voor de rechten van inheemse volken in het arctische gebied heeft Arctic Peoples Alert sinds 1998, op verzoek van de Groenlandse regering, herhaalde pogingen gedaan de Inuit-resten in het land van herkomst terug te krijgen. Voor ons draait de kwestie in de kern om de vraag of men zich al dan niet iets aantrekt van de Groenlandse gevoelens over de manier waarop wij hier met de resten van hun landgenoot omspringen. Directeur Spruit zag er geen been in om de menselijke resten - let wel: het betreft aan elkaar genaai de stukken menselijke huid, als betrof het de vacht van een dier - uit te lenen aan de exposities 'Botje bij botje' in de Rotterdamse Kunsthal en 'Mummies als toevalstreffers' in het Natuurhistorisch Museum Maastricht. In het eerste geval werd de bruikleen - in de woorden van Spruit - ''aangegrepen voor een eenvoudige reconstructie zodat daarna de stukken eskimo voor ons weer presentabel zijn''. In het tweede geval werden alleen de arm en hand uitgeleend, de rest van de menselijke overblijfselen bleef achter in Hoorn.
Voor de Groenlanders is deze respectloze manier van omgaan met de resten diep kwetsend. In plaats van deze gevoelens te eerbiedigen, suggereert Spruit dat de Groenlanders met twee maten meten door zelf ook mummies tentoon te stellen. Daarbij gaat hij voorbij aan het feit dat de betreffende mummies altijd in Groenland zijn gebleven. Bovendien staan ze in een aparte museumruimte opgesteld waarin respect aan de doden wordt betoond. Aan de expositie van de mummies, die in 1972 - in een grot, en niet onder het ijs - bij toeval werden gevonden, ging een lang proces vooraf. Ten eerste werd de vindplaats jarenlang geheim gehouden om grafschennis te voorkomen. Op grond van eerder ervaringen met geschonden begraafplaatsen besloot het Groenlands Museum in te grijpen en de vondst voor de toekomst te bewaren. Lang niet alle Groenlanders waren het er mee eens dat de vondst tentoon werd gesteld; uiteindelijk heeft de regering het besluit daartoe genomen.
Een ander essentieel verschil is dat de vondst een groepje Inuit betrof die een natuurlijke dood zijn gestorven en door hun verwanten in de grot zijn begraven. (Het verhaal van de mummies is in 1987 gepubliceerd in 'De Mummies van Qilakitsoq', uitg. Natuur en Techniek.)
Joost mag echter weten hoe de menselijke resten ooit in Holland terecht zijn gekomen. Is de man tweehonderd jaar geleden door walvisvaarders uit Hoorn met zijn kajak uit zee gevist, zoals Spruit veronderstelt? Is hij aan de Zuiderzeekust aangespoeld, zoals het museum eerder op een tekst bij de vitrine beweerde? Of is hij, zoals men in Groenland gelooft, gekaapt of gedood en meegevoerd naar Holland? Het feit dat de man is gevild en dat de huid speciaal voor expositie-doeleinden is geprepareerd geeft echter alle reden voor wantrouwen over de bedoelingen van onze verre voorvaderen.
Wat wij in Nederland ook mogen vinden van de tentoongestelde mummies in Groenland, de keuze die de Groenlanders maken over hoe zij met de resten van hun voorouders omgaan is een fundamentele uitoefening van hun zelfbeschikkingsrecht als inheemse volk. Daar hebben wij ons verder niet mee te bemoeien.
Tenslotte nog een semantische kanttekening: als Arctic Peoples Alert spreken wij van 'Inuit' in plaats van 'eskimo's' en van 'Inuk' in plaats van 'eskimo'. Dat zijn de aanduidingen waaraan men zelf de voorkeur geeft, zoals in 1998 nog eens werd onderstreept tijdens de Inuit Circumpolar Conference te Nuuk. Andere inheemse volken hebben vergelijkbare bezwaren tegen naamgeving die hen door buitenstaanders is gegeven zoals 'Lappen', 'Pygmeeën' of 'Hottentotten'. Het gebruik van de termen Inuit en Inuk is voor ons gewoon een kwestie van respect. Wij dringen dat, in tegenstelling tot wat Spruit beweert, verder niemand op.

Govert de Groot en Jan van Boeckel
Arctic Peoples Alert

Naar index

26 september 2000: De directeur van het Westfries Museum heeft namens de Commissie van Beheer op 26 september j.l. de volgende brief aan het College van Burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoorn geschreven:

Geacht college,

De Commissie van Beheer, bijeen in de vergadering op maandag 25 september, kennis genomen hebbende van de nieuwe feiten omtrent de omgang met Eskimo overblijfselen in het land van herkomst, verzoeken uw geacht college de raad in overweging te geven, terug te komen op de beslissing de eskimo resten aanwezig in het Westfries Museum te schenken aan Groenland. Een en ander ongeacht de uitkomst van het in uitvoering zijnde DNA onderzoek.
Namens de Commissie van Beheer met uitzondering van de op hun verzoek met name te noemen raadsleden Wagemaker en Van der Hall.

Hoogachtend,
R.J. Spruit

Naar index

Commissie wil inuk-mummie alsnog houden

Van onze verslaggever

HOORN - Het lot van de menselijke resten van wat vermoedelijk een Groenlandse inuk-jager is geweest, dreigt voor Hoorn een soap te worden. Want daar waar de beheerscommissie van het Westfries Museum de mummie wilde teruggeven, wordt nu alsnog getornd aan het eigen besluit. Nu blijkt dat er ook in Groenlandse musea mummie's van eskimo's worden tentoongesteld, hoeft de Hoornse mummie bij nader inzien niet meer op reis naar de noordpool.

De meerderheid van de beheerscommissie vindt dat gezien de jongste ontwikkelingen de zaak het beste kan worden teruggedraaid. In een brief aan het gemeentebestuur wordt voorgesteld de gemeenteraad de kwestie te laten heroverwegen. Twee leden van de beheerscommissie houden zich nadrukkelijk afzijdig van deze ommezwaai. Het zijn E. Wagemaker (PvdA) en P. van der Hall (Hoorns Belang): beiden zijn ook raadslid in Hoorn.
Door protesten van de belangengroep Arctic Peoples Alert en van Groenlandse kant werd de tentoongestelde mummie 'IJsbrand' in het Westfries Museum omstreden. De gedeeltelijk herkenbare menselijke resten horen volgens hen niet thuis in Hoorn: het vermoeden bestaat dat het om een eskimo-jager gaat, die ruim twee eeuwen geleden door walvisjagers in bevroren toestand is aangetroffen in de Poolzee en meegenomen naar Hoorn.
Het gebrek aan respect waarmee deze resten worden behandeld, is de Groenlanders een doorn in het oog. Het feit dat delen zoals een hand en een arm onlangs zelfs werden uitgeleend aan een ander museum, was voor Arctic Peoples Alert het bewijs dat onwaardig werd omgesprongen met de mummie.
De Hoornse kwestie dwong de Nederlandse musea vorig jaar tot een doorwrocht advies over eventuele teruggave. Want het gevaar dreigt dat nog veel meer menselijke resten uit de collecties verdwijnen indien Hoorn de eskimo-mummie lichtvaardig aan Groenland zou geven. Zo zou teruggeven alleen kunnen wanneer na DNA-onderzoek een familieband met huidige bewoners kan worden aangetoond. Hoorn laat dat DNA-onderzoek nu uitvoeren, maar vindt het aantonen van verwantschap met Groenland al voldoende.

Nieuw feit
Maar later bleek dat de Groenlanders zelf ook mummies van eskimo's laten zien in de lokale musea. Dat is voor de beheerscommissie een nieuw feit dat een ander licht op de zaak werpt. Wat de uitkomst van dat onderzoek ook is, volgens de beheerscommissie kan het raadsbesluit het beste worden teruggedraaid. Want wat in Groenland gebeurt, mag in een Hoorns museum ook. Van der Hall is tegen. ,,Ik vindt niet dat we een raadsbesluit zomaar kunnen terugdraaien. Maar als het inderdaad een eskimo van Groenland is, dan mogen de resten wat mij betreft hoe dan ook terug. Als dat een precedent wordt, dan moeten we daar maar mee leven.'' Raadslid E. Wagemaker is altijd een principieel voorstander van teruggave geweest. Ook hij weigert het besluit terug te draaien.

Naar index

Aan het college van Burgemeester
en Wethouders van de Gemeente Hoorn
Postbus 603
1620 AR Hoorn

Den Haag, 28 september 2000

Geacht college,

Via het Dagblad van Westfriesland hebben wij vernomen dat de beheerscommissie van het Westfries Museum u vraagt terug te komen op de beslissing van 11 juli j.l. dat de menselijke resten van vermoedelijk een Groenlander onder voorwaarden aan Groenland kunnen worden teruggegeven. Arctic Peoples Alert verzoekt u bij deze uw eerder genomen raadsbesluit gestand te doen.

In de landelijke media is de kwestie opnieuw uitgebreid aan de orde geweest in Trouw en NRC-Handelsblad van 29 augustus 2000. De mediaberichtgeving was voor ons aanleiding twee ingezonden brieven te schrijven, waarvan er een (aan de redactie van Trouw) verkort is geplaatst. Bij deze zenden wij, te uwer informatie, onze volledige reacties.

In een reactie op onze ingezonden brief in Trouw, dringt de heer R.J. Spruit, de directeur van het Westfries Museum, er met klem op aan 'dat wij ons aan de feiten houden'. Zo zouden wij er volgens hem geen oog voor hebben dat ''de opstelling van de eskimo's in Nuuk niets minder is dan een ordinaire publiekstrekker waarmee ook als zodanig uitgebreid door de toeristenbureaus publiek wordt geworven''. Bovendien is er volgens hem ''geen enkele aanleiding noch enig bewijs om te veronderstellen dat de walvisvaarders eskimo's doodknuppelden om hen als trofee mee te voeren''. De heer Spruit staaft een en ander niet met bronnen. Op de internetsite die hij eerder noemde (http://greenland-guide.dk) wordt gewag gemaakt van een bootexcursie naar Qilakitsoq, de vindplaats van de mummies, en wordt het publiek gevraagd zich rekenschap te geven van het feit dat men een oude begraafplaats bezoekt. Vervolgens wordt gemeld dat de originele mummies te zien zijn in het Nationaal Museum in Nuuk, en dat het Uummannaq museum een tentoonstelling over de mummies heeft ingericht waar kopieën van hun kledij te zien zijn. Dit laatste museum, zo meldt men, ''is absolutely worth a visit''. Als de omschrijving van ''een ordinaire publiekstrekker'' op deze tekst is gebaseerd dan is dat in onze ogen wel erg zwaar aangezet.

Met betrekking tot Spruit's stelling dat er geen enkel bewijs is dat de walvisvaarders ''eskimo's doodknuppelden'' merken wij het volgende op: dat mag dan zo zijn, maar er is ook geen bewijs van het tegendeel: dat de man vrijwillig is meegekomen en erin heeft toegestemd dat zijn huid na zijn dood werd gelooid en tentoongesteld. In dit verband memoreren we dat het de Groenlander Finn Lynge was die tegenover het Dagblad van Westfriesland zijn vermoeden uitsprak dat de man ontvoerd dan wel vermoord is.
Er is overigens wel het een en ander aan ''circumstancial evidence'' over de weinig respectvolle manier waarop men in voorgaande eeuwen omsprong met naar Europa meegevoerde Inuit. In dat verband kunnen wij u bijvoorbeeld verwijzen naar het artikel 'Strangers in a Strange Land' van Sarah Burton in het juli-nummer van BBC History. Burton beschrijft onder meer hoe in het Victoriaanse Engeland Inuit-gezinnen voor het publiek te kijk werden gezet in freak shows, temidden van opgezette arctische dieren. Ook het besluit van de Staten Generaal 18 november 1720 wijst erop dat de Nederlandse walvisvaarders en handelaren zich herhaaldelijk misdroegen.

Wij hopen dat wij u met het verschaffen van deze nadere infor matie van dienst zijn geweest. Mocht u in dit verband verdere vragen hebben en/of aanvullende informatie wensen, dan staan wij uiteraard tot uw beschikking.

Hoogachtend,

Govert de Groot
coördinator
Arctic Peoples Alert
www.arctica.nl

cc.

Bijlagen (kopieën):
- ingezonden brief n.a.v. het artikel 'Het begint met het terugsturen van een Eskimo', Sander Becker, Trouw (De Verdieping), 29 augustus 2000;
- ingezonden brief n.a.v. brief 'Ophef over eskimo is raar' van Ruud Spruit, NRC-Handelsblad, 29 augustus 2000;
- artikel 'Strangers in a Strange Land', Sarah Burton, BBC History, juli 2000;
- Resolutie en Plakaat, Staten Generaal der Verenigde Nederlanden, 18 november 1720.

(Niet bijgevoegd)
Extra bijlagen (kopieën):
- artikel 'Het begint met het terugsturen van een Eskimo', Sander Becker, Trouw (De Verdieping), 29 augustus 2000;
- ingezonden brief 'Ophef over eskimo is raar' van Ruud Spruit, NRC-Handelsblad, 29 augustus 2000;
- Uummannnaq Tourist Service: website over 'Excursion by boat to Qilakitsoq';
- 'Qilakitsoq. The mummy cave. A guide to the exhibition', Grønlands landsmuseums skrifter, nr. 5, 1983;
- artikel 'Menselijke resten in Musea houden of laten gaan?' door Harrie Leyten, MuseumVisie, juni 2000/2.

Naar index

Coalitie blijft bij besluit over teruggeven mummie
Dagblad van Westfriesland - 29 september 2000

Van onze verslaggever

HOORN - De drie collegepartijen PvdA, VVD en GroenLinks blijven bij het raadsbesluit om de stoffelijke resten van IJsbrand de mummie aan Groenland terug te geven, als uit DNA-onderzoek blijkt dat hij daar oorspronkelijk vandaan komt. Dit ondanks het verzoek van de commissie van beheer van het museum om op het besluit terug te komen.

De commissie van beheer heeft deze week een brief aan de gemeenteraad van Hoorn gestuurd met het verzoek het raadsbesluit over het teruggeven van de stukken gelooide huid te heroverwegen. Aanleiding hiervoor was de informatie over het tentoonstellen van mummies in het Nationaal Museum in Groenland. De rel rond de driehonderd jaar oude resten van de kanovaarder kwam juist op gang, omdat ze in Hoorn 'respectloos' werden tentoongesteld. Nu Groenland zelf ook dode voorouders in vitrines blijkt te zetten, is de kwestie volgens de beheerscommissie anders komen te liggen.
Niet voor P. van der Hall (Hoorns Belang) en PvdA'er E. Wagemaker - beiden lid van de commissie - zo werd eerder al duidelijk. Fractievoorzitter R. Tonnaer van de PvdA steunt het standpunt van Wagemaker. Wel is het zo dat de Hoornse raad heeft besloten de resten na een positieve DNA-test terug te geven zodat ze kunnen worden begraven.
,,Wanneer ze daar worden tentoongesteld, is dat een nieuwe situatie en moeten we daar over nadenken'', aldus Tonnaer. Volgens Wagemaker wordt er te zeer ad hoc met de kwestie omgesprongen. ,,We weten niet eens onder welke omstandigheden en met welke achtergrond ze daar worden tentoongesteld'', zegt hij. ,,Ieder museum en ieder gemeentebestuur heeft daar zijn eigen verantwoordelijkheid. Ik vind het in z'n algemeenheid trouwens onsmakelijk om menselijke resten tentoon te stellen.'' H. Hansen, fractievoorzitter van de VVD, vindt dat er belangrijker onderwerpen zijn waarover de raad zich druk kan maken. ,,Het sop is de kool niet waard. Dat raadsbesluit blijft staan. Als uit DNA-onderzoek blijkt dat hij uit Groenland komt, dan gaat hij terug. En als ze er daar behoefte aan hebben IJsbrand tentoon te stellen als onderdeel van hun cultuur, dan is dat voor hun rekening. Verder moeten aanvragen voor teruggave van museumstukken per geval worden bekeken.'' ,,De directeur van het Westfries Museum grijpt alle middelen aan om in de aandacht te komen'', meent P. Visser van GroenLinks. ,,Het gaat hem meer om de publiciteit dan om de museale waarde. Er wordt daar op een heel andere manier met mummies omgegaan dan hier. Hier is er weinig respect en worden er zelfs delen van de mummie uitgeleend. Het heeft toch iets van een rariteitenkabinet.''
Museumdirecteur R. Spruit was gisteren niet bereikbaar om commentaar te geven.

Naar index

Spruit: bruikleen als uitweg voor kwestie rond mummie

Van onze verslaggever

HOORN - De uitslag van het DNA-onderzoek van de Groenlandse menselijke resten in het Westfries Museum laten nog steeds op zich wachten, maar de discussie gaat door. Nu de beheerscommissie van het museum op haar standpunt is teruggekomen, heeft de belangenorganisatie Arctic Peoples Alert op haar beurt de gemeente Hoorn verzocht het nieuwe advies te negeren. Volgens museumdirecteur R. Spruit is alle rompslomp overbodig wanneer Hoorn besluit de restanten in langdurig bruikleen af te staan aan het nationaal Groenlands museum: ,,Alles is beter dan begraven: dan raken we het voorgoed kwijt.''

De tv-camera's werden afgelopen vrijdag en gisteren opgezet in het Westfries Museum. Na de programmamakers van Noordholland TV en van Nova was het nu de beurt aan de makers van het programma Netwerk om de kwestie van de menselijke resten te belichten. Het diplomatieke overleg tussen de gemeente Hoorn als eigenaar van het museum en de Deens/Groenlandse regering trekt daarmee ook landelijk de aandacht.

Formeel verzoek
Gisteren maakte Netwerk opnames, onder andere van de menselijke resten van wat waarschijnlijk een Groenlander is geweest. Twee jaar geleden deed de Groenlandse regering een formeel verzoek aan de gemeente om de resten van de mummie weer terug te geven aan het land. Want volgens kenners moet de man, gezien de kayak waarin hij 250 jaar geleden door West-Friese walvisvaarders is gevonden en meegenomen, van de Groenlandse westkust komen. De manier waarop het Westfries Museum met de restanten omging, druiste zeer tegen de zin van Groenland en Arctic Peoples Alert in. De presentatie op de zolder deed teveel aan een rariteitenkabinet denken.

Vitrine
Volgens de oude cultuur van de Groenlandse Inuit of eskimo's hoort de mummie van de jager weer op eigen grond thuis. Groenland wil de restanten begraven. Maar museumdirecteur Spruit is daar tegen. Nu is gebleken dat in het Groenlands museum ook al mummie's staan opgesteld, ziet hij liever dat ook de Hoornse restanten daar in een vitrine komen. Daarbij wordt hij gsteund door een meerderheid van de beheerscommissie. Daarom is de gemeente om een heroverweging gevraagd. Deze zomer zijn monsters genomen van de gelooide restanten. Die worden op DNA-sporen onderzocht in de universiteit van Kopenhagen. Want Hoorn geeft de restanten alleen terug als DNA-onderzoek aantoont dat de man ook echt van Groenland kwam. Spruit blijft tegenstander van deze voorwaarden. ,,Wat de gemeente hiermee doet, is een onderdeel van de museumcollectie weggeven om verloren te laten gaan. Daar moet ik wel tegen zijn, omdat ik daarvoor ben aangesteld: wij moeten onze collectie tonen en bewaren. Maar als de gemeenteraad dit anders wil, dan voeg ik me daar naar.''

Koloniaal
Hij is niet onder de indruk van de Groenlandse argumenten dat de resten op basis van morele resten moeten worden teruggegeven. ,,Juist voor dat doel heeft het museum de Nederlanse Museumvereniging om een goed advies gevraagd. Want je moet voorkomen dat je dingen zomaar weggeeft, alleen omdat het wel leuk overkomt. Het argument dat we ons niet koloniaal mogen opstellen, vind ik niets waard. Een museum hoort dingen te bewaren. Groenland doet dat trouwens zelf ook. Ik zie het verschil niet met wat wij doen.''
Landelijk speelt het debat over de eigendomskwestie van menselijke resten. Spruit vindt dat een dergelijke kwestie makkelijk kan worden omzeild door de resten van de Groenlandse jager domweg in langdurig bruikleen te geven aan het Groenlands museum in de hoofdplaats Nuuk. ,,Dan is de mummie weer Terug op de plaats waar zij hem willen hebben en blijft het museale voorwerp toch bewaard. Wij zullen als museum geen seconde dwars liggen als dat de opzet wordt.''

Optie
De Hoornse wethouder voor cultuurzaken J. Schaper voelt er niets voor om de mummie-kwestie op te lossen door het betwiste onderdeel van de collectie in bruikleen te geven. Hoorn wil formeel de restanten afstaan. ,,We wachten maar eens lekker alle adviezen af en het DNA-onderzoek'', is het laconieke antwoord. G. de Groot van Arctic Peoples Alert ziet weinig heil in de suggesties van Spruit. ,,Deze kwestie is vanuit Groenland ooit aangezwengeld, maar we hebben deze optie nooit ter sprake kunnen brengen: Spruit heeft destijds notabene zelf het overleg afgekapt. Ik denk dat we eerst maar eens het DNA-onderzoek moeten afwachten. Daarna kan het altijd nog tot een gesprek komen tussen Hoorn en vertegenwoordigers van Groenland. Wie weet is bruikleen dan pas een optie.''

Naar index