De 'Groenlandse' menselijke resten van Hoorn

Jan van Boeckel/Govert de Groot

De Nederlandse Museum Vereniging (NMV) heeft in december 1999 advies uitgebracht over de teruggave van de 'Groenlandse' menselijke resten die worden geëxposeerd in het Westfries Museum in Hoorn. De aanleiding was de tentoonstelling 'Botje bij Botje' in de Rotterdamse Kunsthal en het verzoek van de Groenlandse regering om deze resten - na DNA-onderzoek - terug te geven (zie Arctica nr. 4, Winter 1998/1999 en de Arctica Groenland-Special).

De Commissie van Beheer van het Westfries Museum wilde zich, alvorens een besluit te nemen tot teruggave, graag oriënteren op het beleid van de NMV. De Commissie Museale Gedragslijn van de NMV boog zich vervolgens over deze vraag en stelde in haar advies dat 'vraagstukken met betrekking tot de teruggave van menselijke resten in beginsel behandeld dienen te worden als teruggave van cultureel bezit.' Maar uit de rest van het advies blijkt dat de commissie de kwestie in de eerste plaats behandelt als een verzoek tot lijkbezorging van de gevraagde menselijke resten.
Verder stelt de commissie in haar advies dat een verzoek om teruggave 'uit dient te gaan van de vermoedelijke nabestaande(n) als beschikkingsgerechtigden'. Bovendien moet er zelfs sprake zijn van 'naaste familieverwantschap, die moet blijken uit genetisch onderzoek (zoals DNA onderzoek) of gedocumenteerd uit andere feiten en omstandigheden, zoals plaats van herkomst en relatief gering tijdsverloop tussen datering menselijke rest en verzoek om teruggave;'. Wij vragen ons af waarom de commissie dergelijke stringente eisen stelt aan teruggave. Als men ter vergelijking kijkt naar de jurisprudentie in de Verenigde Staten, dan blijkt dat men daar een veel meegaander beleid hanteert. Het Smithsonian Institution te Washington bezat bijvoorbeeld meer dan 16.000 skeletten van Noordamerikaanse Indianen. Een deel van deze collectie is inmiddels al teruggegeven en opnieuw begraven, en de rest zal spoedig volgen. De Indianen die teruggave eisten beriepen zich op de 'Native American Graves Protection and Repatriation Act'. Wanneer een Indianenvolk kan aantonen dat ze een 'culturele affiliatie' hebben met een bepaald voorwerp dan kan het dit voorwerp zonder meer opeisen. De commissie stelt dat het aan de verzoekende partij is de verwantschap aan te tonen. Waarom, zo vragen wij ons af, wordt er niet geadviseerd dat er een onafhankelijk DNA onderzoek wordt verricht om meer informatie te krijgen over de oorsprong van de (veronderstelde) Inuit-resten? Het verbaast ons overigens dat het Westfries Museum een dergelijk onderzoek nog niet heeft laten verrichten. De Groenlandse regering heeft al ruim een jaar geleden aangeboden een dergelijk onderzoek te willen laten verrichten door dr Niels Lynnerup van het Panum Instituut in Kopenhagen, om onomstotelijk vast te kunnen stellen dat de resten inderdaad uit Groenland afkomstig zijn. De commissie acht het tenslotte raadzaam dat 'de wijze van exposeren en de informatie over de betreffende menselijke rest zodanig wordt aangepast, dat uitdrukking wordt gegeven aan de onzekere herkomst van de Inuit resten en respect wordt betoond tegenover deze etnische bevolkingsgroep'.
Arctic Peoples Alert vindt het tentoonstellen van de resten van een (waarschijnlijk) inheemse man uit Groenland in het Westfries Museum ongepast, omdat daarmee de gevoelens van de Groenlanders onnodig worden gekrenkt. De expositie van de Inuit-resten mag in de ogen van de commissie kennelijk onverkort voortgaan. Wij vinden het advies van de Commissie Museale Gedragslijn zeer teleurstellend, hetgeen wij ook in een uitgebreide brief aan de NMV hebben kenbaar gemaakt.

Wij zullen ons nu wenden tot de gemeenteraad van Hoorn onder wier de Commissie van Beheer van het Westfries Museum verantwoordelijkheid valt.

Westfries Dagblad 17 maart 2000
(De citaten zijn voor de verantwoording van het Westfries Dagblad en zijn niet altijd de visie van Arctic Peoples Alert)

HOORN - De resten van de Inuk die in de vitrine van het Westfries Museum in Hoorn liggen, kunnen daar wat de Nederlandse Museumvereniging betreft blijven liggen.

Ruim een jaar geleden kwam de 'eskimo-mummie' in het nieuws omdat er vanuit Groenland op werd aangedrongen om de resten terug te geven. De museumvereniging heeft ethici en juristen naar de zaak laten kijken. Conclusie: Slechts wanneer kan worden aangetoond dat menselijke resten zijn te herleiden tot een individu, moeten de musea deze weer afstaan. Het advies heeft nogal lang op zich laten wachten, maar het voordeel is wel dat deze richtlijn voortaan voor alle 400 musea in Nederland geldt. Dit stelt Anita van Mil namens de Museumvereniging. ,,Dit advies is ook aan internationale regels getoetst.'' Het advies in de museale gedragslijn komt er op neer dat mummies of andere menselijke resten alleen als ze herleidbaar zijn tot een 'concreet individu', teruggegeven moeten worden aan de vermoedelijke nabestaanden.
Begin vorig jaar meldde de Groenlandse regering via de Deense ambassade in Den Haag al dat zij de menselijke resten van de Inuk terug wil hebben. De resten in kwestie worden onder de naam 'IJsbrand' in het Westfries Museum bewaard. Het gaat om delen van een romp en hoofd, die tesamen met een Groenlandse kayak vermoedelijk rond 1750 door walvisvaarders zijn meegenomen naar Hoorn. Volgens Govert de Groot van de stichting Arctic Peoples Alert in Den Haag moet men nu alsnog voldoen aan de verzoeken van de Groenlandse bevolking. Hij kraakt het advies van de Museumvereniging. Het is nog onduidelijk wat het Westfries Museum gaat doen.

Stad & Streek: Advies wakkert rel rond resten eskimo aan

HOORN - ,,Het is wel erg makkelijk om zoiets als de lijkbezorging hierbij te slepen.'' Met die woorden reageert Govert de Groot van de belangenstichting Arctic Peoples Alert op het nieuws dat volgens de jongste richtlijnen de menselijke resten van de Groenlandse man in het Westfries Museum mogen blijven. De Groot en de Groenlandse regering proberen al anderhalf jaar om de resten van deze Inuk weer naar zijn vermoedelijke vaderland te laten terugkeren.

De vitrine boven op de zolder van het museum is de huidige verblijfplaats voor 'IJsbrand', zoals dit deel van de collectie heet. Een kajak uit Groenland en een soort van lederen lappen aan elkaar genaaid omhulsel zijn de echte onderdelen. De overlevering wil dat het verdroogde lichaam van een 'eskimo' in deze kayak door Hoornse walvisvaarders werd aangetroffen.
Het griezelige onderdeel is de de hoofdhuid met een oor, zoals die in Hoorn drie eeuwen gelden zijn geprepareerd. Geen echte mummie dus, en zeker niet die van een 'eskimo' zoals het bordje in de vitrine beweert. ,,Dat is een scheldnaam'', stelt Govert de Groot. ,,Het is een Inuk en zijn volk heet de Inuit.''
Eind 1998 werden de resten getoond te midden van mummies, veenlijken en andere resten op de expositie 'Botje bij Botje' in de Rotterdamse kunsthal. Dat bleek het startsein voor een kwestie die nu al twee jaar duurt. De Nederlandse afdeling van het Arctic Peolples Alert protesteerde tegen het gebrek aan respect voor de Inuit, terwijl uiteindelijk ook de Groenlandse regering en de Deense ambassadeur erbij betrokken raakten.

Gekrakeel
Want de Groenlanders willen hun 'IJsbrand' terug. Al staat het na alle gekrakeel nog steeds niet vast of de menselijke resten wel uit de buurt van Groenland komen. ,,Want dat onderzoek is nu nog steeds niet gedaan'', merkt De Groot somber op. De beheerscommissie van het Westfries Museum en de gemeente Hoorn hebben een jaar lang moeten wachten op het advies dat de Nederlandse Museumvereniging heeft gegeven in deze affaire. Dat advies ligt nu op tafel: de deskundigen zijn tot de slotsom gekomen dat de menselijke resten in elk Nederlands museum pas 'opeisbaar' zijn wanneer de vrager kan bewijzen dat het om een aanwijsbaar persoon gaat. Want dan gaat het immers om lijkbezorging en dat gaat boven de museale waarde. Aangezien er in het geval van 'IJsbrand' alleen een claim van het Groenlandse bestuur ligt - die de resten vooral op morele gronden terug wil hebben - komt het advies erop neer dat de de resten gewoon in de vitrine kunnen blijven liggen. Museumdirecteur Ruud Spruit was gisteren onbereikbaar voor commentaar.

Eerlijker
Govert de Groot komt tot de conclusie dat de bal weer net als een jaar terug bij de beheerscommissie van het museum ligt. Het gegeven advies krijgt van het Arctic Peoples Alert bitter weinig waardering: ,,Wanneer je naar Amerika kijkt, dan zijn de musea daar veel eerlijker en soepeler als het om teruggave van oude menselijke resten aan de oude gebieden of etnische groepen gaat. In het Nederlandse geval wordt de eis voor DNA-onderzoek naar de herkomst weer bij de aanvrager gelegd'' De Groot verwacht dat de gemeente Hoorn als eigenaar van het museum op korte termijn weer diplomatieke druk kan verwachten. ,,Vast staat dat de regering in Groenland deze zaak heel hoog opneemt. Dat DNA-onderzoek had allang kunnen gebeuren. Dan hadden we nu geweten of het inderdaad om een Inuk gaat of om een andere gevangene die als trofee naar Hoorn is meegenomen. De kayak is al een belangrijke aanwijzing, want die komt van de westkust van Groenland. Als dat wetenschappelijk was onderzocht, hadden we nu al veel meer duidelijkheid gehad.''