De zg Groenlandse Eskimo in het Westfries Museum te Hoorn

Groenland vraagt Hoorn weer om Inuk

Van onze verslaggever

HOORN - De regering van Groenland zal opnieuw aan de Hoornse gemeenteraad het formele verzoek doen om de restanten van de Inuk die in het Westfries Museum liggen, terug te brengen naar de Arctische oorsprong. Nu ook de adviescommissie van de Vereniging Nederlandse Museumvereniging dit recht voor menselijke resten erkent - mits het bewezen wordt -, vinden de Groenlanders dat niets teruggave van van de gelooide huidresten in de weg staat. Ook vanuit de Hoornse politiek komen geluiden dat men de Groenlanders terwille wil zijn.

De kwestie ligt vanmiddag voor bij de beheerscommissie van het Westfries Museum. Daarmee komt de zaak opnieuw aan de orde, omdat de 'eskimo-mummie' anderhalf jaar geleden ook onderwerp van gesprek was. Toen bleek het bezit van het museum te worden uitgeleend aan de Kunsthal in Rotterdam voor de expositie 'Botje bij Botje' in de Kusthal te Rotterdam. Onder andere de actiegroep 'Arctic Peoples Alert', een organisatie die opkomt voor de belangen van inheemse volken in het Arctische gebied, protesteerde toen tegen de tentoonstelling van mensenlijke resten. Dat leidde ertoe dat de minister-president van Denemarken, onder welk koninkrijk Groenland formeel nog valt, een verzoek richtte aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat antwoordde dat niet de regering, maar het Hoornse gemeentebestuur als eigenaar van de museumcollectie de eindverantwoordelijke is.

De directie van het Westfries Museum weigerde dan ook vorig jaar de restanten vrij te geven aan de Inuit, de oorspronkelijke bewoners van Groenland. Het is immers al honderden jaren eigendom van Hoorn en maakt deel uit van de museumcollectie. Het Hoornse gemeentebestuur, waaronder het museum valt, wilde eerst wachten op een advies van de Museumvereniging. Diplomatie De huidige regering van het land - dat 60.000 inwoners telt - volgt het debat in Hoorn op de voet, aldus een woordvoerder in de hoofdstad Nuuk. Gezien de oplaaiende discussie wil de regering opnieuw een verzoek doen om deze restanten te laten terugkeren. Formeel gesproken worden dit soort boodschappen echter via de Deense diplomatieke kanalen overgebracht, aldus de woordvoerder. Daarom wordt geprobeerd dit verzoek nog vandaag bij de Hoornse gemeenteraad over te brengen.

,,Voor mij is dit geen halszaak'', merkt CDA-raadslid J. van der Tuin, tevens lid van de beheerscommissie, op. ,,Als de mensen in Groenland dat graag willen, dan vind ik dat het museum de restanten moet laten gaan.'' Ook E. Wagemaker (PvdA), eveneens van de beheerscommissie, is voorstander van teruggave . ,,Als er een verzoek van de Groenlandse regering komt, dan zie ik niet in waarom wij nog dwars moeten liggen'', is zijn commentaar.
,,Kennelijk weegt zoiets zwaar voor de Inuit. Deze zaak suddert nu al een hele tijd, dus wordt het nu eens tijd dat we spijkers met koppen slaan.'' De restanten zijn na de vondst door Hoornse walvisvaarders meegenomen en geprepareerd. Het gaat vermoedelijk om een jager, die rond 1700 vanaf de westkust van Groenland in zijn kayak is afgedreven en totaal bevroren werd gevonden. In de huidige staat bestaat het uit aan elkaar genaaide delen leer, waarbij bovenaan een menselijk oor en het haar op het hoofd goed herkenbaar zijn. De handen en bijbehorende handschoenen en de laarzen zijn ook bewaard gebleven.
Niet alleen de raadsleden zien weinig bezwaar om aan het Groenlandse verzoek te voldoen, want vorig jaar wond de Hoornse wethouder voor cultuurzaken, J. Schaper, er ook geen doekjes om dat de restanten terug mogen naar Groenland. Namens de actiegroep 'Arctic Peoples Alert' in Den Haag stelt G. de Groot dat hij erg blij is wanneer de beheerscommissie een voor hem positief besluit zal nemen. ,,Het zou geweldig nieuws zijn als de gemeente Hoorn bereid is de Groenlandse menselijke resten aan Groenland terug te geven. Als de resten van de Inuit inderdaad spoedig worden teruggeven, zou daarmee een passend einde komen aan een slepende kwestie. Ik weet zeker dat Groenland zeer snel met een nieuw officieel verzoek komt.''

Naar index

Westfries Museum houdt dode eskimo liever zelf
De Volkskrant 28 maart 2000
Eric Hendriks

De resten van een minstens 225 jaar oude Inuk (eskimo) gaan niet naar Groenland, maar blijven vooralsnog in Hoorn. Mocht iemand aantonen dat er nog verwanten van de man in leven zijn, dan komt het misschien anders te liggen. Met dit besluit heeft de beheerscommissie van het Westfries Museum in Hoorn zich maandag schrap gezet tegen smeekbeden om de Inuk-resten terug te geven aan Groenland. Ruim 225 jaar geleden stuitten Hoornse walvisvaarders in Groenland op het stijfbevroren lijk van een jager in een kajak. Ze brachten de vondst naar Hoorn, waar zij later in bezit kwam van het Westfries Museum. De kajak werd tentoongesteld, de Inuk-resten niet. Vorig jaar werden die echter wel geexposeerd in de tentoonstelling Botje bij botje in de Kunsthal te Rotterdam. Dat bracht de actiegroep ArcticPeoples Alert en Denemarken op hun spoor. Omdat de resten zo schamel zijn, hadden veel leden van de Hoornse beheerscommissie weinig bezwaar tegen teruggave.
De Nederlandse Museumvereniging meende echter dat het hek van de dam is als ze naar Groenland teruggaan. Dan moeten de mummies van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden ook terug naar Egypte. Het Westfries Museum wilde de vereniging niet afvallen en slaagde er maandag in de beheerscommissie voor dat standpunt te winnen.

Naar index

De Volkskrant
t.a.v. de redactie
de heer Eric Hendriks
redactie@volkskrant.nl

Geachte heer Hendriks,

Met teleurstelling heb ik kennis genomen van uw berichtgeving over het al of niet teruggeven van de ''dode eskimo'' aan Groenland op de voorpagina van De Volkskrant van 28 maart 2000.

Ik zou het prettig hebben gevonden wanneer u mij in de gelegenheid zou hebben gesteld ook onze visie op de kwestie te belichten. Ik was zelf bij de vergadering van de beheerscommissie van het Westfries Museum in Hoorn afgelopen maandag en heb toch een heel ander beeld van het genomen besluit. Ook hedenmorgen is mijn reactie weggelaten.

Op een aantal beweringen in uw bericht geef ik hieronder ons commentaar. U schrijft:
''Mocht iemand aantonen dat er nog verwanten van de man in leven zijn, dan komt het [het feit dat de resten in Hoorn blijven] misschien anders te liggen'' Dit is niet wat de beheerscommissie van het Westfries Museum heeft besloten. Het besluit is dat Groenland de resten terug moet krijgen als - via DNA-onderzoek - bewezen wordt dat het om een Groenlander gaat. (zie o.a. Noordhollands Dagblad van 27 en 28 maart en Metro, 28 maart 2000). De commissie vond het aantonen van verwantschap juist niet nodig.
De commissie heeft zich derhalve ook niet ''schrap gezet'' tegen smeekbeden om de Inuk-resten terug te geven aan Groenland. Integendeel, zij is in principe voor teruggeving (zie boven) en zal de gemeenteraad van Hoorn overeekomstig adviseren.

U schrijft: ''De kajak werd tentoongesteld, de Inuk-resten niet.'' Aan de foto op pagina 13 van hedenmorgen kunt u zien hoe eeuwen lang de Groenlander met zijn kajak tentoon werden gesteld. Alleen hebben ze tot november 1998 een aantal jaren in een kluis gelegen. Thans worden de resten in een vitrine op zolder tentoongesteld. Bij het artikel in de editie van Metro van gisteren, waarin aan de kwestie wordt gerefereerd, is ook een foto afgedrukt van een bezoeker aan het Westfries Museum die de resten van de vermeende Groenlander aanschouwt.

U schrijft: '' Vorig jaar werden die [de Inuk-resten] wel geëxposeerd in de tentoonstelling Botje bij botje in de Kunsthal te Rotterdam. Dat bracht de actiegroep Arctic Peoples Alert en Denemarken op hun spoor.'' Wederom geeft u een foutieve voorstelling van zaken. Ter informatie willen wij graag onze visie op de voorgeschiedenis geven. Tijdens de Inuit Circumpolar Conference, die in juli 1998 te Nuuk in Groenland plaatsvond, verzochten de Groenlandse autoriteiten Arctic Peoples Alert om in Nederland te onderzoeken of teruggave van de resten van (vermoedelijk) een Groenlandse Inuk kon worden gerealiseerd. Vanaf 1980 hebben verscheidene Groenlanders de resten kunnen bekijken of in ieder geval delen ervan in de expositie in het Westfries Museum gezien. Die ervaring riep telkens diepe emoties op. Begin september 1998 nam Arctic Peoples Alert zich voor om met een brede delegatie het Westfries Museum te bezoeken en in alle rust de wenselijkheid, respectievelijk de haalbaarheid, te bespreken van de teruggave aan Groenland van de resten van de Inuit-man. De delegatie zou bestaan uit de heer Lars Vesterbirk, ambassadeur voor Groenland bij de Europese Unie; de heer Walther Kjærby Jensen van de Deense ambassade in Den Haag; mevrouw Lone Leth Larsen, directeur van het Deens Cultureel Instituut in Brussel; de heer Bettenhaussen, conservator van het Museon in Den Haag en mevrouw Buys, conservator van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden. De afspraak werd echter afgezegd nadat - tot onze verrassing en ontsteltenis - de directeur van het museum, de heer Spruit, te kennen had gegeven dat de menselijke resten inmiddels al waren uitgeleend aan de tentoonstelling 'Botje bij Botje' in de Kunsthal te Rotterdam. Daarop vroeg de directeur van Groenlands Nationaal Museum en Archieven, de heer Emil Rosing, aan Arctic Peoples Alert om in deze kwestie te bemiddelen. Aangezien de directeuren van de Kunsthal en het Westfries Museum niet bereid waren de menselijke resten niet tentoon te stellen, tekende de minister van Buitenlandse Zaken van Denemarken, op verzoek van de Groenlandse minister-president en via de Deense ambassadeur in Den Haag, bezwaar aan bij de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken. Nadat de tentoonstelling in Rotterdam was afgelopen heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken de Deense ambassadeur laten weten dat de kwestie een aangelegenheid is van de Gemeente Hoorn.

U schrijft dat de Nederlandse Museumverening meende ''dat het hek van de dam is'' als de resten naar Groenland teruggaan. En u vervolgt: ''Dan moeten de mummies van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden ook terug naar Egypte.'' In feite is het standpunt van de Nederlandse Museumvereniging veel genuanceerder, zoals u kunt nalezen in hun advies dat wij op onze website http://www.hello.to/arctica hebben geplaatst. De gechargeerde kreet dat dan ook de mummies naar Egypte terugmoeten hebben wij de afgelopen dagen herhaaldelijk mogen vernemen van woordvoerders van het Westfries Museum - niet van de Nederlandse Museumvereniging.
Tenslotte, de voorstelling van zaken die u geeft, als zou het Westfries Museum de Museumvereniging ''niet willen afvallen'', lijkt ons echt de wereld op zijn kop gezet. Terwijl het Wesfries Museum zich vastbijt in non-coöperatie met het Groenlandse verzoek tot teruggave, geeft de Museumvereniging tenminste nog enige openingen.

Wij zouden het op prijs stellen als u in het licht van bovenstaande opmerkingen nog eens in uw krant op de kwestie wilt terugkomen, waarbij dan ook inhoudelijke aandacht is voor onze visie in deze.

Met vriendelijke groet,

Govert de Groot
Arctic Peoples Alert

Naar index Snel DNA-test voor Hoornse Inuk
Dagblad van Westfriesland - 1 mei 2000

Van onze verslaggever

HOORN - De Deense regering laat binnenkort namens Groenland een DNA-onderzoek uitvoeren op de overblijfselen van een Inuk, die in het Westfries Museum in Hoorn wordt tentoongesteld. Dit is afgesproken na een onderhoud tussen de Hoornse burgemeester Janssens en de Deense ambassadeur J. Rytter. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de overblijfselen inderdaad afkomstig zijn uit Groenland, dan is de gemeente Hoorn bereid deze af te staan, aldus burgemeester Janssens.

Bij de Deense ambassade is enthousiast gerageerd op de stellingname van de gemeente Hoorn, die als eigenaar van het Westfries Museum de knoop dient door te hakken. ,,Deze kwestie wordt uitermate netjes opgelost'', meldt de attaché W. Kjaerby Jensen opgelucht. De ambassade wil graag de kosten voor het onderzoek betalen. ,,Wij willen nu snel duidelijkheid krijgen. Ik denk niet dat het erg lang hoeft te duren voordat we uitsluitsel kunnen geven.'' De deelregering in Groenland is inmiddels op de hoogte gesteld door de ambassade.
Burgemeester Janssens bevestigt dat op voorstel van de ambassade de universiteit in Kopenhagen het DNA-onderzoek zal gaan doen. ,,Ik heb er alle vertrouwen in dat het onderzoek daar op een onafhankelijk en wetenschappelijk verantwoorde manier gebeurt'', is zijn reactie.
Alles draait om de bescheiden restanten van wat vermoedelijk drie eeuwen geleden een Inuk is geweest, die aan de westkust van Groenland moet hebben geleefd. Deze jager is in bevroren toestand opgepikt door Hoornse walvisvaarders die de 'eskimo' als bezienswaardigheid naar Hoorn hebben meegenomen. Daar zijn de restanten bewerkt en gelooid. Nu zijn de kayak en de restanten onderdeel van de collectie in Westfries Museum.
Twee jaar geleden werden die resten in Rotterdam tentoongesteld en dat was voor de actiegroep Arctic Peoples Alert aanleiding om te protesteren. Later sloot ook Groenland zich bij de bezwaren aan en werd het formele verzoek gedaan de overblijfselen van de jager weer terug te geven aan Groenland. Dit land valt formeel nog onder Denemarken. Aanvankelijk weigerde het Westfries Museum aan het verzoek te voldoen. Daarom werd de Nederlandse Museum Vereniging om aan advies gevraagd.
Het probleem is dat de musea niet graag klakkeloos alerlei historische menselijke resten willen afstaan. Daarom kwam eind vorig jaar de speciale commisie met het advies dat teruggave alleen kon op verzoek van nabestaanden en na DNA-bewijs van herkomst.
De eis om familiebanden aan te tonen, ging de beheerscommissie van het Westfries Museum te ver: alleen DNA-onderzoek is al voldoende. Het college van burgemeester en wethouders heeft dat advies onverkort overgenomen. ,,Als maar wordt aangetoond dat het ook echt een Inuk van Groenlandse afkomst is'', aldus de burgemeester. ,,Want als de resten eigenlijk van Canadese of IJslandse oorsprong zijn, dan is alle commotie eigenlijk voor niets geweest. En als het wel een Groenlander van eeuwen her is: dan zijn wij er klaar mee.''

Naar index

Aan de directeur van het
Natuurhistorisch Museum Maastricht
de heer D. Th. de Graaf
Postbus 882
6200 AW Maastricht

Betreft: tentoonstelling 'Mummies als toevalstreffers'.

Den Haag, 14 juli 2000

Geachte heer De Graaf,

Bij toeval hebben wij via De Volkskrant van 8 juli j.l. kennisgenomen van de tentoonstelling 'Mummies als toevalstreffers'. Onder de geëxposeerde 'objecten' is een arm met hand uit het Westfries Museum, die - zeer waarschijnlijk - onderdeel was van het lichaam van een Inuk-man uit Groenland.
Naar aanleiding van het Volkskrant-bericht heb ik op 11 juli voor nadere informatie gebeld met de heer De Grood. Nadat ik eerst zelf de tentoonstelling had bezocht, heb ik hem op 12 juli gesproken. Met deze brief bevestigen wij ons standpunt in deze.

Sinds juli 1998 bemiddelt Arctic Peoples Alert - op verzoek van de Groenlandse regering - in de teruggave van de menselijke resten aan het vermoedelijke land van oorsprong. Deze bemiddeling werd doorkruist door het uitlenen van de resten aan de Kunsthal te Rotterdam ten behoeve van de tentoonstelling 'Botje bij Botje' in november 1998. De Groenlandse minister-president heeft toen tegen het tentoonstellen bezwaar aangetekend via de Deense minister van Buitenlandse Zaken. De Deense ambassadeur heeft dit protest overgebracht aan de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken.
Na de beëindiging van de tentoonstelling in Rotterdam heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken aangegeven dat het Gemeentebestuur van Hoorn beslissingsbevoegd is, omdat deze uiteindelijk verantwoordelijk is voor het beheer van het Westfries Museum. Het Hoornse gemeentebestuur heeft 11 juli, na inwinning van advies van de Nederlandse Museum Vereniging en de Commissie van Beheer van het Westfries Museum, besloten dat de resten naar Groenland terug kunnen als uit een DNA-test blijkt dat het daadwerkelijk om een Groenlander gaat. Tussen de burgemeester van Hoorn en de Deense ambassadeur in Nederland zijn afspraken gemaakt over het onderzoek. Voor meer informatie verwijzen wij u naar onze brief aan de Commissie van Beheer van het Westfries Museum d.d. 20 maart 2000, waarvan u bijgaand een kopie aantreft.
Ongeacht het feit dat inmiddels in Denemarken de voorbereidingen voor het uitvoeren van een dergelijk DNA-onderzoek in gang zijn gezet, heeft het Westfries Museum er kennelijk geen bezwaar tegen de menselijke resten zelf te exposeren en aan derden ter expositie beschikbaar te stellen. Als mensenrechtenorganisatie die opkomt voor de belangen van inheemse volken in de Arctis betreuren wij die opstelling echter zeer. Het getuigt van weinig pièteit met de Groenlandse gevoelens met betrekking tot deze zaak. De opstelling van het Westfries Museum laat echter onverlet dat u, als Natuurhistorisch Museum Maastricht, in deze delicate zaak ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. De presentatie van de objecten in uw museum is zakelijk en ingetogen, maar uiteindelijk blijft het, om het wat gechargeerd uit te drukken, een modern rariteitenkabinet.

In het geval van de menselijke resten uit Hoorn gaat het overigens niet om een mummie, maar om resten van een mens die ooit is opgezet. Verder merken wij op dat het uiterst onwaarschijnlijk is dat de (vermoedelijke) Groenlander aan de Zuiderzeekust van Hoorn zou zijn aangespoeld, zoals de begeleidende tekst meldt. De heersende zeestromingen hebben immers nooit zo gelopen. Veel aannemelijker is dat hij, zoals in de 16de en 17de eeuw wel vaker voorkwam, gewoon voor de Groenlandse kust gekaapt is. Wij verwijzen hiervoor naar de verschenen artikelen in ons bulletin Arctica.

Wij waarderen dat tussen het Westfries Museum en het Natuurhistorisch Museum is overeengekomen dat de uitleen niet het onderzoek en de eventuele teruggave zal belemmeren. Inmiddels zijn op 13 juli door Dr. Niels Lynnerup van het Panum Instituut in Hoorn monsters voor het DNA-onderzoek genomen. Het is zeer te betreuren dat de onderzoeker, die speciaal uit Kopenhagen is gekomen, daarbij niet de hand met arm heeft kunnen zien. Wij delen de mening van het Westfries Museum niet dat het feit dat zulks niet gebeurd is, geen belemmering betekent voor een zo nauwkeurig en zorgvuldig mogelijke afwikkeling van het onderzoek.

Tenslotte betreuren wij het dat u ons niet vooraf heeft benaderd bij de samenstelling van de tentoonstellingstekst. Daarin worden wij immers nadrukkelijk genoemd.

Hoogachtend,

Govert de Groot,
Arctic Peoples Alert

cc:
Gemeentebestuur Hoorn
Westfries Museum
Deense ambassade

Naar index

Dagblad van Westfriesland, 12 juli 2000

Van onze verslaggever

HOORN - De gemeenteraad van Hoorn heeft ingestemd met het voorstel van het college om de resten van een 200 jaar oude Inuk terug te geven aan Groenland. De resten van de 'Eskimomummie' maken deel uit van de collectie van het gemeentelijk Westfries Museum.

De raad stelt als voorwaarde voor teruggave dat uit DNA-onderzoek moet blijken dat het daadwerkelijk om een Inuk gaat. De resultaten van dat onderzoek worden binnenkort bekend. De resten mogen na overdracht ook in Groenland niet tentoongesteld worden. Volgens museumdirecteur Ruud Spruit wordt het DNA-onderzoek vandaag gehouden. ,,Als daaruit blijkt dat IJsbrand, zo heb ik hem genoemd, een Inuk is, moet-ie uiteindelijk terug. Al zou ik het betreuren als dat hals over kop zou gebeuren. Ik wil hem graag nog een tijdje houden. Bezoekers vragen altijd naar de resten van de Inuk. Bovendien heeft hij voor ons museum enorm veel publiciteit opgeleverd.''

Dagblad van Westfriesland, 14 juli 2000
kader bij verhaal 'DNA onderzoek beslist over lot IJsbrand'

Actiegroep boos over uitleen van deel Hoornse Inuk

Van onze verslaggever

HOORN - De resten van de eskimo - of Inuk in de eigen taal - in het Westfries Museum waren gisteren tijdens het onderzoek niet compleet. De arm met een hand verblijven momenteel in een vitrine van het Natuurhistorisch Museum in Maastricht. Daar wordt een expositie gehouden over mummies en de spontane mummificering van menselijke en dierlijke resten. De Hoornse onderdelen zijn uitgeleend.
Govert de Groot van de actiegroep Arctic Peoples Alert in Den Haag is boos door deze uitleen. ,,Om te beginnen gaat het hier niet om een echte mummie, maar om resten van een Inuk. Het is op zijn zachtst gezegd toch vervelend dat het Westfries Museum uitgerekend nu een belangrijk onderdeel in bruikleen geeft, terwijl er onderzoek wordt gedaan naar het DNA. De Deense onderzoeker hoort alle resten in ogenschouw te kunnen nemen.'' Overigens is De Groot zeer ingenomen het Hoornse raadsbesluit. Hij is er van overtuigd dat de Inuk over enkele maanden weer wordt teruggegeven aan de regering in Groenland. ,,Alles wijst er op dat deze man ooit van de westkust van Groenland kwam. Dit hebben we toch twee jaar geleden al gevraagd.''

DNA-onderzoek beslist over lot eskimo IJsbrand

Van onze verslaggever

HOORN - Het duurt nog zeker enkele maanden voordat er duidelijkheid komt over de herkomst van de eskimo die in het Westfries Museum in Hoorn in de vitrine ligt. De restanten van de mummie zijn gisteren onderzocht: een Deense wetenschapper heeft gisteren DNA-monsters genomen. Uit zijn onderzoek zal blijken of het inderdaad gaat om een eskimo uit Groenland.

De mummie, die in het museum de bijnaam 'IJsbrand' heeft gekregen, bestaat uit stukken aan elkaar genaaide huid. Na ongeveer 250 jaar is het verworden tot een vederlicht en bijna steenhard omhulsel, met losse armstukken, voeten en schoenen en bovenop een deel van het hoofd. Met als macaber detail nog zichtbaar een oor en wat plukjes haar. Ooit meegenomen door Hoornse walvisvaarders, die de toen al overleden eskimo op zee aantroffen in zijn kano. Ook de kano - van een specifiek Groenlands ontwerp - is keurig bewaard. IJsbrand werd eenmaal aan wal geprepareerd door de chirurgijns.

Omstreden
Pas toen de mummie enkele jaren geleden in Rotterdam op de expositie 'Botje bij Botje' werd tentoongesteld, raakte zijn aanwezigheid in het Westfries Museum omstreden. De actiegroep Arctic Peoples Alert, die opkomst voor de rechten van de noordelijke volkeren, protesteerde fel tegen het lot van de menselijke resten. De groep vond dat de mummie terug moest naar Groenland. Het zelfbestuur van dit Deense grondgebied staat achter de actie.
Maar het museum weigerde eerst. Daarom deed de beheerscommissie een verzoek aan de Nederlandse Museumvereniging: een commissie van wijze mannen moest bepalen wat de beste beleidslijn zou zijn. Het is niet zonder reden dat deze commissie ruim een jaar werk heeft gehad een dergelijke stap na te trekken op alle gevolgen. Want wat als Egypte de historische mummies zou terugvragen? In de ogen van veel museumdirecties dreigde het gevaar dat dan vele menselijke resten in de collecties zouden verdwijnen. Zo werd IJsbrand het middelpunt van nationale en internationale aandacht. Begin dit jaar kwam het advies: alleen als via DNA-onderzoek kan worden bewezen dat het om resten gaat van mensen die nog een familie hebben of zijn aan te wijzen als individu, is teruggave plausibel. Maar het Hoornse gemeentebestuur - eigenaar van het museum - besliste anders. DNA-onderzoek was wel nodig, maar alleen het bewijs dat het om een eskimo uit Groenland gaat is al voldoende.

Haren
Gisteren was het zo ver. Op kosten van de Deense regering kwam Niels Lynnerup, verbonden aan het Instituut voor Forensische Geneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen, naar Hoorn om zelf stukje van het leer en de haren af te knippen. Hij verwacht vrij snel de eerste DNA-monsters te kunnen vinden. ,,Maar dan duurt het nog wel maanden voordat we ook wetenschappelijk zuiver DNA hebben om te bewijzen dat het inderdaad om een man gaat uit het westen van Groenland.'' De universiteit heeft zelf een grote collectie genetisch materiaal van eskimo's uit de gebieden rond de poolzee. Vergelijking met de genetische codes van IJsbrand moeten het wetenschappelijk bewijs leveren. Lynnerup houdt nog een slag om de arm: ,,Als we nog tenminste wat erfelijk materiaal uit deze stukjes leer kunnen halen.''

Naar index